- Je kan de persoonsvorm van een korte zin vinden.
- Je weet wat de tijdproef is.
- Je weet de tijdproef toe te passen en de PV aan te wijzen.
- Je weet wat de vraagproef is.
- Je weet de vraagproef toe te passen en de PV aan te wijzen.
- Je kan uitleggen waarom we liever niet de vraagproef gebruiken om de PV te zoeken.