3D Dienstag, den 10. Oktober 2023 Kapitel 1: Umgebung

1 / 43
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dienstag, den 10. Oktober 2023
  • Willkommen.
  • Nachsehen Aufgaben Woche 40
  • Lernliste abfragen/prüfen
  • Ziele
  • Examenidiom Deutsch
  • Grammatik
  • Sprechen / Sprachmittel
  • Erklärung Aufgaben Woche 41
  • Hausaufgaben Woche 41
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Slide

Nachsehen Aufgaben Woche 40:
Aufgaben 18, 19, 21 und 22 Seiten 28-30

Slide 3 - Slide

Lernliste Seiten 48-49
Abfragen / prüfen....

Slide 4 - Slide

Ziele:
In Bezug auf das Wetter und die Umgebung kannst du Fragen stellen und beantworten.
Du weißt wie man Vokale und Umlaute auf Deutsch ausspricht.
Du kannst Wörter auf Deutsch buchstabieren.

Slide 5 - Slide

Examenidiom Deutsch

  • Warum Examenidiom?
  • Kommunizieren!
  • Lesen, Hören aber auch sprechen!
  • Anmelden link: Teams Deutsch

Slide 6 - Slide

Grammatik
  • Wat kun je vertellen over het vervoegen van de werkwoorden haben en zijn in de verleden tijd (Präteritum)?
  • Wat is anders bij het vervoegen van het werkwoord werden in de tegenwoordige tijd (Präsens)?

Slide 7 - Slide

Sprechen     Seite 32
  • Aufgabe 24: Wörter buchstabieren
  • Aufgabe 25: Wortgruppen aussprechen
  • Aufgabe 26: Reim-Sprüche aussprechen 

Slide 8 - Slide

Sprachmittel   Seiten 32-33
  • Aufgabe 27: Sprachmittel vorbereiten
  • Aufgabe 28: Sprachmittel

Slide 9 - Slide

Erklärung Aufgaben Woche 41
Aufgabe 29: Vertaal de zin. Daarna zin opnieuw opschrijven en voor vetgedrukte woord een andere optie opschrijven (hulpmiddelen: Lernliste en Sprachmittel)
Aufgabe 31: Maak van de steekwoorden goedlopende zinnen in het Duits. Je gebruikt alle steekwoorden. Hulpmiddelen: Lernliste en Sprachmittel.
Aufgabe 32: Beschrijf in het Duits wat je per plaatje ziet. Je vertelt over het weer, de omgeving, streek, seizoenen, maand enzovoort.
-> Alle drie opdrachten inleveren!!

Slide 10 - Slide

Hausaufgaben Woche 41
L Lernliste Seiten 48-49 ganz.
L Grammatik Seite 50 (die Verben haben, sein Präteritum, werden Präsens)
L Sprachmittel Seiten 33 + 51

M Aufgaben 29 + 31 + 32 inleveren op papier
Seiten 34-35



Slide 11 - Slide

Hören        Seiten 20-21
Aufgabe 10 Auf Gewitterjagd

  • Ab Frage 5!

Slide 12 - Slide

Zum Schluss:

Slide 13 - Slide

D Lesen  Seiten 22-24
Aufgabe 12: In den Tiefen der Schwäbischen Alb
  • Per alinea lezen en vraag beantwoorden.
  • Fertig: Aufgabe 13, Lernen Wörterliste.
  • Bespreken Aufgabe 12

Aufgabe 13: Wörter kombinieren.
timer
1:00

Slide 14 - Slide

Tentamenweek november 2023:
Lernliste NL-> D   Seite 48 helemaal
Lernliste D->NL    Seite 49 helemaal

Grammatik haben + sein Präteritum (verleden tijd) Seite 50
Grammatik werden Präsens (tegenwoordige tijd) Seite 50

Sprachmittel Seiten 33 + 51
  • Je kunt in het Duits antwoord geven op een Nederlandse vraag.
  • Je kunt het weer beschrijven.
  • Je kunt iets vertellen over de omgeving.

Slide 15 - Slide

Voorzetsels 4e naamval
bis              tot
durch        door
für               voor
gegen        tegen
ohne           zonder
um               om
entlang      langs (evenwijdig)
Voorzetsels 3e naamval
mit           met
nach        naar
bei            bij
seit           sinds
von           van
zu              naar (bij personen)
aus            uit

Slide 16 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden 4e naamval
ich                                      mich
du                                       dich
er                                        ihn
sie                                      sie
es                                       es

wir                                     uns
ihr                                      euch
sie                                     sie
Sie                                     Sie

wer                                    wen
Persoonlijke voornaamwoorden 3e naamval
mir
dir
ihm
ihr
ihm

uns
euch
ihnen
Ihnen

wem

Slide 17 - Slide

Beate wollte mit .... (wij) spielen.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 18 - Open question

Morgen gehe ich zu .... (zij meervoud).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 19 - Open question

Ich war kurz bei .... (jullie).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 20 - Open question

(ik) .... gehe in fünf Minuten zu .... (zij enkelvoud).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 21 - Open question

Wir haben nichts (van hun) .... .... gehört.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 22 - Open question

voor jou

Slide 23 - Open question

om haar

Slide 24 - Open question

door jullie

Slide 25 - Open question

tegen jou

Slide 26 - Open question

zonder het

Slide 27 - Open question

voor wie

Slide 28 - Open question

tot ons

Slide 29 - Open question

door wat

Slide 30 - Open question

zonder mij

Slide 31 - Open question

Ich möchte mit .... (zij) nach Hause fahren.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 32 - Open question

Hallo, kommt ... (zij) mit in die Eisdiele?

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 33 - Open question

Ich bin in drei Minuten bei .... (jij).

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 34 - Open question

Wenn ... (jullie) fertig seid dann fahren wir los.

Vertaal en zet indien nodig het persoonlijk vnw in de juiste vorm.

Slide 35 - Open question

Wie alt .... , Frau Müller?
A
bist du
B
sind sie
C
seid ihr
D
sind Sie

Slide 36 - Quiz

Es .... viele Vorteile.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 37 - Quiz

Meine Cousinen .... ein großes Haus.
A
hast
B
hat
C
haben
D
habt

Slide 38 - Quiz

Es .... 17 Uhr!
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 39 - Quiz

.... Sie Tickets für den Film um acht Uhr?
A
Hast
B
Hat
C
Haben
D
Habt

Slide 40 - Quiz

.... du vielleicht Geld für mich?
A
Habe
B
Hast
C
Hat
D
Haben

Slide 41 - Quiz

.... die Mädchen hübsch?
A
Bin
B
Bist
C
Ist
D
Sind

Slide 42 - Quiz

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Slide 43 - Slide