Herhaling tijdvak 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Herhalen 

tijdvak 1 

Welke van de volgende beweringen past niet bij de tijd van jager-verzamelaars?

1. Mensen leven in kleine groepen en hebben weinig bezit.
2. Er worden afbeeldingen gemaakt op grotwanden, als kunst of magie.
3. Er is sprake van ruilhandel over lange afstanden in Europa.
4. Tussen mannen en vrouwen is een duidelijke rolverdeling noodzakelijk om te overleven.

Wat past het beste bij de leefwijze van jager-verzamelaars?

1. Een sedentaire leefwijze.
2. Een nomadische leefwijze
3. een agrarische leefwijze
4. Een landbouwstedelijke leefwijze.

Oorzaak neolithische revolutie?

1. mensen gingen in grotere groepen samenleven
2. dorpen ontstonden
3. dieren trokken weg
4. het klimaatsverandering

Hoe wordt het gebied genoemd waar de landbouw is uitgevonden?

1. Vruchtbare Halvemaan
2. Sedentaire cirkel
3. Eufraat en Tigris
4. De Nijldelta

Wat zijn de twee gevolgen van de landbouwrevolutie?

1. Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
2. Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
3. Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
4. Mensen stopten compleet met jagen.

Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is

1. dat er goede bestuurders zijn
2. dat er handel is
3. dat er een landbouwoverschot is
4. dat er ambachtslieden zijn

Welke van de volgende kenmerkende aspecten past niet bij de tijd van Jagers en Boeren?

1. De levenswijze van jager-verzamelaars
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
4. De ontwikkeling van het jodendom en christendom als eerste monotheïstische godsdiensten.

Bestudeer de bron. Geef twee redenen waarom deze bron te maken heeft met een landbouwsamenleving en
niet met een samenleving van jager-verzamelaars.

Hiernaast zie je een kaart met gebieden waar de eerste beschavingen ontstonden. Aan welke belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van beschavingen voldeden al deze gebieden?

1. Een vorm van schrift
2. Een gemeenschappelijke taal
3. Ontwikkelde landbouw
4. Steden

Leg uit naar welk kenmerkend aspect van de tijd van jagers en boeren de bron verwijst.