Les 3 OP4: Psychiatrie

Les 3 OP4: Psychiatrie
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BewegingsagogieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Les 3 OP4: Psychiatrie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma van de les
Programma:
  • Doelen
  • Herhaling les 1 en 2 (10 min)
  • Theorie: mensen met psychiatrische problemen (30 min)
  • Pauze (5 min)
  • Opdracht: BA praktijk (30 min)
  • Bespreken toetsstof (5 min)
  • Evalueren (10 min)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
1. heb ik de onderwerpen van les 1 en 2 herhaald
2. heb ik inzicht in de veel voorkomende psychische aandoeningen 
3. weet ik wat bewegingsagogische consequenties hierbij kunnen zijn en kan ik deze uitleggen
4. weet ik wat ik moet leren voor de toets van volgende week

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Psychiatrie is:
A
kennis heeft over het lichamelijke
B
wetenschap die onderzoekt en diagnosticeert
C
zielenknijpers
D
Holistische wetenschap

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Onder welke vorm van psychische hulpverlening valt beschermd wonen?
A
Ambulante zorg
B
Semimurale zorg
C
Intramurale zorg

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

"Draagkracht"
Wat bekent draagkracht in de psychiatrie ?
A
Iemands vermogen om bepaalde gewichten te dragen.
B
De kracht die vrouwen hebben om de zwangerschap te dragen
C
Iemands vermogen om bepaalde lasten (in figuurlijke zin) te dragen
D
Wat iemand in figuurlijke zin te dragen heeft. De hoeveelheid spanning of druk die iemand ervaart

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Met de evenwichtsgedachte bedoelen we in de psychiatrie :
A
balans tussen draagkracht en draaglast
B
hoe goed je tegen tegenslagen kunt
C
balans tussen privé en werk
D
Je balanceert tussen manie en depressie

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan invloed hebben op het ontstaan van een psychisch probleem?
A
Aanleg (erfelijkheid)
B
Persoonlijke eigenschappen (karakter)
C
Heftige levensgebeurtenissen
D
Al het bovenstaande

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de DSM 5?
A
Een Instelling
B
Handboek voor classificatie van Psychische stoornissen
C
Een ziektebeeld
D
Een vorm van zorgaanbod

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een bipolaire stoornis?
A
Stemmingswisselingen
B
Gedragswisselingen
C
Vorm van anorexia
D
Stemmingswisselingen en gedragswisselingen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn gezondheidsrisico's van drugsgebruik?
A
Psychische stoornissen
B
Verslaving
C
Hartproblemen
D
Verhoogde weerstand

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Inhoud
1. Angststoornissen
2. Obsessieve- compulsieve en verwante stoornissen
3. Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen
4. Stemmingsstoornissen
5. Persoonlijkheidsstoornissen

6. Bewegingsagogische consequenties


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1. Angsstoornissen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat zijn angststoornissen?
definitie:
Angststoornissen zijn psychische aandoeningen waarbij iemand overmatige angst ervaart zonder dat daar een directe aanleiding voor is.

Slide 16 - Slide

Leg uit wat angststoornissen zijn en hoe ze ontstaan.
Oorzaak angststoornissen
Combinatie van verschillende factoren:
- aanleg
- omgevingsfactoren
- genetische invloeden/ erfelijkheid
- overbeschermende opvoeding
- persoonlijkheid
- ingrijpende gebeurtenissen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Angsstoornissen
Beheerst door angst
Wat wordt hierbij bedoeld?
Irreële angst
Wat wordt hierbij bedoeld?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verschillende angststoornissen
  • Paniekstoornis
  • Fobie (bijv: agora, sociaal)
  • PTSS

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

2. Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
Bij deze stoornissen speelt meestal ook angst een belangrijke rol. Men gaat alleen anders met die angst om. In dit geval probeert men vooral door dwangmatig te denken en te handelen de angst te bezweren. 
Bijv:
verzamelstoornis
dwangmatig harentrekken



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 
Maak een samenvatting wat de betekenis is van OCD-stoornissen en de behandeling hierbij, blz 247.
Leg uit!

Kijk tip: levens lang met dwang
timer
10:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions




3. Schizofrenie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Wat is schizofrenie?
Schizofrenie is een psychotische stoornis. Je bent tijdens een psychose niet meer in staat om de werkelijkheid van fantasie te onderscheiden. 

Symptomen:
- derealisatie
- depersonalisatie
- wanen
- hallucinaties
- bizar/ vreemd gedrag







Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is schizofrenie?
A
Schizofrenie is een stoornis waardoor de cliënt stemmen hoort die invloed hebben op het gedrag.
B
Schizofrenie is een stemmingsstoornis waardoor psychisch en sociaal functioneren negatief wordt beïnvloed.
C
Schizofrenie is een ziekte die wordt veroorzaakt door een stapeling van eiwitten in de hersenen.
D
Schizofrenie is een ziekte van de hersenen, waarbij denken, gevoelsleven en gedrag van de cliënt ernstig verstoord zijn geraakt.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Stemmingstoornissen
Indeling
  • Depressie 
  • Persisterende depressiestoornis
  • Pre- menstruele stemmingsstoornis
  • ongespecificeerde depressieve stemmingsstoornis                              

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Soorten stemmingstoornissen
• Depressie = Een aandoening die de stemming en de gevoelens raakt. Als de gevoelens van somberheid langer dan twee weken duren, kan gesproken worden over een depressie.
• Dysthymie = Een lichte vorm van een chronische depressie.
• Bipolaire stoornis (wordt ook wel manisch-depressieve stoornis genoemd) = Kenmerkt zich door voorkomen van ‘tegenovergestelde’ stemmingen. Depressieve periodes met somberheid en verlies van plezier en interesse in het leven worden vaak afgewisseld met een uitgelaten of prikkelbare stemming en sterk verhoogde activiteit.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen zijn stoornissen waarbij iemands persoonlijkheid afwijkt van wat normaal is. Voorbeelden van persoonlijkheidsstoornissen zijn borderline en narcistische persoonlijkheidsstoornis.

Slide 31 - Slide

Leg uit wat persoonlijkheidsstoornissen zijn en geef enkele voorbeelden.
Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

PAUZE!
timer
5:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Nu toepassen!
Noteer van elke stoornis de bewegingsagogische consequenties (waar ga je in je les rekening mee houden en hoe handel je zelf).
- Maak per thema/stoornis een lesactiviteit gericht op PMT.
- De activiteit die je het leukste/ meest trots op bent geef je in 2/3-tal in de praktijk les.
- duur 10 min.
Themas:
1. Angststoornissen
2. Obsessieve- compulsieve en verwante stoornissen
3. Schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen
4. Stemmingsstoornissen
5. Persoonlijkheidsstoornissen


timer
30:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
1. heb ik de onderwerpen van les 1 en 2 herhaald
2. heb ik inzicht in de veel voorkomende psychische aandoeningen 
3. weet ik wat bewegingsagogische consequenties hierbij kunnen zijn en kan ik deze uitleggen
4. weet ik wat ik moet leren voor de toets van volgende week

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Toets
Thema's:
Thema 1
Thema 2
Thema 4
Thema 13

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Wat werkt met leren?
  •  Verspreid leren
  •  Planning maken
  •  Actief ophalen of oefenen
  •  Hardop uitleggen
  •  Verbanden leren

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Evalueren:
1. Wat vond je van de les?
2. Heb je de doelen bereikt?
3. Tip en top voor de docent.

Slide 38 - Open question

This item has no instructions