This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Evolutie
Slide 1 - Slide
Het skelet van de mens zoals dat er nu uitziet, is volgens de evolutietheorie ontstaan uit het skelet van voorouders door veranderingen in het erfelijk materiaal. Hoe wordt zo’n verandering in het erfelijk materiaal genoemd?
A
evolutie
B
rudimentair element
C
mutatie
D
genen
Slide 2 - Quiz
Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld? (kies de beste uitleg)
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er veel apen zijn.
Slide 3 - Quiz
Wat is evolutie?
A
het veranderen van gedaante bij een organisme
B
ontwikkeling die een organisme tijdens zijn leven doormaakt
C
het ontstaan, veranderen en/of verdwijnen van soorten
D
het groter worden van een populatie
Slide 4 - Quiz
Kleine verschillen tussen organismen van dezelfde soort
Het proces waarbij niet alle organismen van dezelfde soort hetzelfde aantal nakomelingen krijgt.
De overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen.
Verwantschap
Variatie
Selectie
Slide 5 - Drag question
De witte, grijze en zwarte berkenspanners (soort vlinder) zijn dezelfde soort. Hoe heet dit verschil in kleur binnen een soort?
A
Natuurlijke selectie
B
Survival of the fittest
C
Struggle for life
D
Variatie
Slide 6 - Quiz
Hoe ontstaan nieuwe soorten?
A
door isolatie
B
door erfelijke variatie
C
doot natuurlijke selectie
D
door A t/m C
Slide 7 - Quiz
Wat verstaan we onder natuurlijke selectie?
A
Dat de sterkste soort overleeft en meer nakomelingen krijgt
B
Dat de meest aangepaste soort overleeft en meer nakomelingen krijgt
Slide 8 - Quiz
De Giraffe is ontstaan doordat Okapi's steeds hun nek moesten strekken om bij de bladeren te komen. Door dit strekken is de nek langer geworden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Welke stelling over genetische variatie is waar?
A
Genetische variatie binnen een populatie is nodig voor evolutie om plaats te vinden
B
De mate van genetische variatie binnen een populatie heeft geen invloed op het verloop van evolutie
C
Genetische variatie binnen een populatie heeft een negatief effect op het plaatsvinden van evolutie
Slide 10 - Quiz
Geslachtelijke voortplanting leidt tot meer genetische variatie binnen een populatie dan ongeslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
De grondlegger van de evolutietheorie
A
Lamarck
B
De Vink
C
Darwin
D
MH3B
Slide 12 - Quiz
Zet in volgorde van ontstaan op aarde (toen naar nu)
A
cyanobacterie-reptiel-amfibie-vis-mens
B
cyanobacterie-vis-amfibie-reptiel-mens
C
cyanobacterie-vis-reptiel-amfibie-mens
D
cyanobacterie-amfibie-reptiel-vis-mens
Slide 13 - Quiz
Welke term omschrijft de afbeelding hiernaast het beste?