vragen ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

vragen ecologie en duurzaamheid

Zet op volgorde van klein naar groot

Individu

Populatie

Levens-

gemeenschap

Ecosysteem

wat voor ecologisch niveau is dit?

1. Individu
2. Populatie
3. Ecosysteem
4. Levensgemeenschap

Was is een voorbeeld van een biotische factor?

1. Lucht
2. Voedsel
3. Neerslag
4. Wind

Geef een voorbeeld van
een a-biotische factor. Dus geen algemene omschrijving.

Een gebied, waarbinnen de biotische en abiotische factoren een eenheid vormen?

Vossen en konijnen die in het zelfde bos leven vormen samen een leefgemeenschap.

1. juist
2. onjuist

Welk organisme is een producent?

1. de luis
2. de boom
3. lieveheersbeestje
4. vogel

Producent

Consument

Reducent

Voedselkringloop

Producenten

Reducenten

Afvaleters

Consumenten

Mineralen

Opdracht 7 blz. 135

2. Afvaleters behoren tot de
reducenten.

1. Juist
2. Onjuist

10. Roodborstjes vormen
samen met hun voedsel,
rupsen, een populatie.

1. Juist
2. Onjuist

De eekhoorn ondervindt veel invloeden, hoeveel abiotische invloeden tel je?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel voedselketens tel je?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Welke groep hoort bij nummer 1?

1. Reducenten
2. Afvaleters
3. Producenten
4. Consumenten

Wanneer is sprake van een biologisch evenwicht?

1. als de grootte van een populatie niet meer verandert
2. als er evenveel rupsen als koolmezen zijn
3. als de populatiegrootte lange tijd rond een bepaalde waarde schommelt
4. wanneer alle biotische en abiotische factoren optimaal zijn

Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?

1. Alleen abiotische factoren
2. Alleen biotische factoren
3. Zowel abiotische- als biotische factoren

Welke relatie is een voorbeeld van parasitisme?

1. Een mug zuigt bloed op en vliegt daarna direct weg.
2. Een schimmel en een alg vormen samen een korstmos.
3. Hoofdluizen leven tussen hoofdharen en zuigen daar bloed op.
4. Op de stam en de takken van een boom groeit mos.