Lezen/luisteren oefenen - SW

Lezen - Luisteren
Oefeningen
t.b.v.
 examen luisteren
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen - Luisteren
Oefeningen
t.b.v.
 examen luisteren

Slide 1 - Slide

Luisteroefening
Je krijgt een aantal filmpjes te zien.
Daaraan zijn vragen gekoppeld.

Het zijn vooral meerkeuzevragen, maar er is ook een aantal invulvragen. Let daarbij goed op je spelling.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

De visser in deze video vist vooral op

A
Snoek en paling
B
Karper en paling
C
Paling en zeelt
D
Karper en snoek

Slide 4 - Quiz

Waarom spreekt de visser eerst over aantallen rivierkreeften en later over ‘vele, vele, vele tonnen’?
A
Na een bepaald aantal vissen wordt in gewicht gesproken.
B
Om aan te geven dat het er heel veel zijn.
C
De vissers gebruiken tonnen om de kreeften in te bewaren.
D
Het aantal rivierkreeften is niet meer te tellen, zo veel zijn het er.

Slide 5 - Quiz

Wat is het gevolg dat de Amerikaanse rivierkreeft de sloten kaal vreet?
A
De sloten verzanden waardoor het water troebel wordt.
B
Er is geen leefgebied meer over voor inheemse vissen.
C
Er is minder zuurstof in het water.
D
Het hele ecosysteem wordt aangetast.

Slide 6 - Quiz

Wat is in dit filmpje de reden dat de Amerikaanse rivierkreeft drie weken in de oever verblijft?
A
Bescherming voor de jonge kreeften.
B
In de zomer is het daar koeler.
C
Aan de oevers is meer voedsel te vinden.

Slide 7 - Quiz

Waarom gaan rivierkreeften pas na die drie weken weer het open water in?
A
Er is na drie weken niet veel voedsel meer in de oevers.
B
De jongen zijn groot genoeg om voor zichzelf te zorgen.
C
Ze hebben dan geen natuurlijke vijanden meer.

Slide 8 - Quiz

Waarom wordt kennis uit de Amerikaanse staat Louisiana gebruikt?
A
Daar hebben ze ook rivierkreeften.
B
Ze vissen daar op de rivierkreeft.
C
Het landschap lijkt op dat in Nederland.
D
Ze hebben in Louisiana meer ervaring met rivierkreeften.

Slide 9 - Quiz

Wat is het voordeel van de Amerikaanse vismethode?
A
Het is degelijk materiaal, dat ze daar gebruiken.
B
Het is gemaakt om bijvangst te voorkomen.
C
Het zijn speciaal voor rivierkreeften ontworpen fuiken.
D
Het is diervriendelijker.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent ‘de bakermat van de rivierkreeft’?

Slide 11 - Open question

Noem het grootste voordeel van de Amerikaanse rivierkreeft in Nederland.

Slide 12 - Open question

‘Nederland moet massaal aan de rivierkreeft’, zegt de visser.
A
Iedereen moet op rivierkreeften vissen.
B
We moeten inzien dat rivierkreeften met te veel zijn.
C
We moeten de rivierkreeften opeten.

Slide 13 - Quiz

Wat is de tekstsoort van het filmpje?
A
Informatief
B
Betogend
C
Instructief
D
Amuserend

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp van het filmpje?
A
Amerikaanse rivierkreeft
B
Schade door rivierkreeft
C
Rivierkreeft bestrijden
D
Rivierkreeft als voedsel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Tot welke familie behoort de elft?
A
Brasemachtigen
B
Voornachtigen
C
Blei-achtigen
D
Haringachtigen

Slide 17 - Quiz

In dit filmpje werd een gevangen elft getoond. Waar is deze gevangen?

Slide 18 - Open question

Wat heeft de elft van uitsterven in Nederland gered?
A
Het uitzetten van eieren en jonge larven in de Waal.
B
Het uitzetten van eieren en jonge larven in Duitsland.
C
Het uitzetten van jonge larven in Bordeaux.

Slide 19 - Quiz

Welke vissoorten zijn met het onderzoek het meest gevangen?
A
Blankvoorn, zeelt en baars
B
Zeelt, brasem en snoek
C
Zeelt, ruisvoorn en snoek
D
Zeelt, karper en ruisvoorn

Slide 20 - Quiz

Hoe wordt in Goeree Overflakkee onderzoek gedaan naar de visstand? (2 manieren)

Slide 21 - Open question

Wat zegt de aanwezigheid van deze vissoorten bij deze telling?
A
Hoe meer van deze vissoorten, hoe minder elften terug kunnen keren.
B
Hoe meer van deze vissoorten, hoe beter het ook met andere vissen gaat.
C
Hoe meer van deze vissoorten, hoe beter de waterkwaliteit.

Slide 22 - Quiz

Wat is de conclusie aan het eind van het filmpje?
A
Schoon water is voorwaarde voor goed waterbeheer en een gezonde visstand.
B
Kwalitatief goed water en een betere visstand is de redding van de elft geweest.
C
Berekeningen en trends zeggen iets over de voor- en achteruitgang van visstand en kwaliteit van het water.

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Link

Wat is de belangrijkste reden dat visser Joep graag in de stad vist?
A
Je kunt ook grote vissen in de stad vangen.
B
Je hebt in de grachten een enorme variatie aan vissen.
C
Door met een aasje te vissen vang je altijd wel wat.

Slide 25 - Quiz

Wat noemt de deskundige als belangrijkste oorzaak dat er 70 jaar geleden geen vis meer in de Amsterdamse grachten zwom?
A
Het water was zwart, daar kon geen vis in zwemmen.
B
De grachten waren zo vies, dat ze biologisch dood waren.
C
Er kon geen vis in leven, omdat er geen voedsel voor ze was.

Slide 26 - Quiz

Wat wordt bedoeld met ‘het huis van de vis is ook veel beter geworden’?
A
De omstandigheden voor vissen om te leven zijn verbeterd.
B
De vissen kunnen zich beter voortplanten.
C
Het water in de grachten is veel schoner geworden.

Slide 27 - Quiz

Wat voor schadelijke stoffen zouden er vandaag de dag nog in het water van de gracht kunnen zitten?
A
Restanten van drugs en medicijnen.
B
Benzinesporen van plezier- en rondvaartboten.
C
Restanten van bestrijdingsmiddelen.
D
E.coli bacteriën.

Slide 28 - Quiz

Welk nadeel kun je noemen bij streetfishing in deze reportage?
A
Het is lastig om een leefnet of een onthaakmat mee te nemen.
B
Je kunt niet zomaar ergens lekker gaan zitten om te vissen.
C
Als je van rustig vissen houdt, dan moet je niet in de stad zijn.

Slide 29 - Quiz

Wat is de strekking van het filmpje?
A
Je hoeft niet de natuur in om te kunnen vissen.
B
De waterkwaliteit is zo goed, dat je er tientallen soorten vis kunt vangen.
C
Ook grote vissen als de snoek en de meerval kun je in een gracht vangen.

Slide 30 - Quiz

Wat is de tekstsoort van het filmpje?
A
Informatief
B
Betogend
C
Instructief
D
Amuserend

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Link

Wat is de reden dat de vissen de doodlopende gracht in zijn gezwommen?
A
Er stond op dat moment een zeer sterke zuidwesten wind.
B
De voorste vissen waren hun oriëntatie kwijt.
C
De vissen zochten een schuilplek vanwege een troep aalscholvers.

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Link

Wat bemoeilijkt het verplaatsen van de vissen uit de gracht?
A
Het is een doodlopende gracht, ze kunnen maar één kant op.
B
Er liggen nog boten in de gracht, waaronder ze zich schuil kunnen houden.
C
Je hebt veel mensen nodig om de netten te slepen.

Slide 35 - Quiz

De mevrouw van het hoogheemraadschap gebruikt de term ‘het loodje leggen’.
Wat betekent dat?

Slide 36 - Open question

Waarmee wordt de grote groep vissen door de vrouw van het Hoogheemraadschap vergeleken?
A
Als haringen in een ton
B
Als sardines in een blik
C
Als ratten in de val
D
Als mensen in een lift

Slide 37 - Quiz

Waarom moeten de vissen op dat moment worden gered?
A
Zuurstofgebrek
B
Voedselgebrek
C
Slechte waterkwaliteit
D
Weersverandering

Slide 38 - Quiz