8.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)

Hoofdstuk 8
8.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8
8.2 Ontstaan van nieuwe soorten (deel 2)

Slide 1 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Bibliotheek-tijd
  • Verwerken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1.  Je kunt uitleggen wat allopratische en sympatrische soortvorming inhoudt
2.  Je kunt natuurlijke selectie d.m.v seksuele selectie uitleggen
3. Je kunt het verschil uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie. 


Slide 3 - Slide

Bibliotheektijd
Lezen blz. 243 - 244 

timer
6:00

Slide 4 - Slide

Soortvorming door natuurlijke selectie
In de vorige les heb je geleerd dat populaties kunnen veranderen door de selectiedruk van de omgeving. 

Dit verklaard echter nog niet hoe een nieuwe soort ontstaat.

Slide 5 - Slide

Soortvorming door natuurlijke selectie
Populaties kunnen door natuurlijk ontstane barrières opgesplitst worden.

Na de splitsing is er  reproductieve isolatie, er vind geen genenuitwisseling meer plaats tussen de groepen. 

Een verschillende selectiedruk en willekeurige mutaties zorgen ervoor dat de twee groepen steeds meer van elkaar gaan verschillen.

Dit kan als gevolg hebben dat de twee groepen na een lange tijd elkaar niet meer herkennen als soortgenoot en/of geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen; er zijn dan 2 verschillende soorten ontstaan.  We spreken in dit geval van allopatrische soortvorming


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Antwoord op vraag vorige slide?

Slide 8 - Open question

Seksuele selectie
Een belangrijk onderdeel van het doorgeven van de genen aan de volgende generatie is de voortplanting.

Partners worden vaak zorgvuldig gekozen in het dierenrijk.

Bepaalde eigenschappen kunnen een individu aantrekkelijker maken. Individuen met deze eigenschappen worden vaker gekozen als partner en zullen hun genen (eigenschappen) dus vaker doorgeven dan hun soortgenoten.

Deze vorm van natuurlijke selectie wordt seksuele selectie genoemd. 


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Sympatrische soortvorming
Soortvorming zonder geologische barrières. 
  • Gevolg van gedragverschillen tussen populaties of verschil in voedseltype
Voorbeeld: 
Verschillende populaties orka's in noordoostelijk deel van grote oceaan jagen op verschillende prooien. De populatie die jaagt op walvissen paren niet meer met de walvissen die jagen op zeehonden. Door de tijd heen vindt er steeds minder contact plaats tussen de verschillende orka populaties. Hierdoor hopen de verschillen langzaam op, uiteindelijk zullen deze zo groot zijn dat ze 2 verschillende soorten zullen vormen.


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Zet de begrippen bij de juiste beschrijving
Beschrijving
Begrip
Soortvorming door reproductieve isolatie vanwege verschillen in gedrag
Er vindt geen genenuitwisseling plaats tussen 2 populaties
Soortvorming door geologische barrière
Selectie op uiterlijke kenmerken door partner
Sympatrische soortvorming
Allopatrische soortvorming
Reproductieve isolatie
Seksuele selectie

Slide 13 - Drag question

Kunstmatige selectie
Bij fokken van dieren of kweken van planten selecteren mensen individuen op eigenschappen en laten ze deze individuen paren. 

Dit wordt ook wel kunstmatige selectie genoemd. De mens voert in dit geval de selectiedruk uit in plaats van de omgeving. 

Kunstmatige selectie heeft geleid tot honderden verschillende rassen honden. 

Slide 14 - Slide

Wat is het verschil tussen natuurlijke selectie en kunstmatige selectie?

Slide 15 - Open question

Nog meer uitleg nodig?
https://biologiepagina.nl/Vwo4/N8Evolutie/inleiding.htm


Slide 16 - Slide

Verwerken
  • Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten bij de les: Ontstaan van nieuwe soorten deel 2 (Paragraaf 8.2).
    -> Basis: in ieder geval
    -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen.
    -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
  • Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 8).
  • Mail je vragen naar je docent of maak gebruik van het chat-uurtje.

Slide 17 - Slide