What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetsels en test.
Voorzetsels en andere woordsoorten.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voorzetsels en andere woordsoorten.
Slide 1 - Slide
VOORZETSEL
onder
(de kooi),
boven
(de kooi),
door
(de kooi),
naast
(de kooi),
van
(de kooi),
om
(de kooi),
in
tijdens
(de vergadering),
na
(de vergadering)
waar
(... de kooi) in, op, achter, voor, naast, boven, onder...
wanneer
ik appte
tijdens
de les, ik heb morgen
om
tien uur een afspraak,
vanaf
vandaag geldt het nieuwe rooster...
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Voorzetsels
Slide 4 - Mind map
De opbouw van een zin
De hond loopt naar het grote veld.
Benoem de woordsoorten van deze zin !
Slide 5 - Slide
Lidwoord
Zelfst. naamw.
Werkwoord
Bijvoeglijk naamw.
Voorzetsel
De
hond
loopt
naar
het
grote
veld.
Slide 6 - Drag question
Welke woordsoort is "grote" in deze zin?
De grote ballon vliegt door de lucht.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 7 - Quiz
Welke woordsoort is "school" in deze zin?
De jongen fietst naar school.
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
voorzetsel
Slide 8 - Quiz
Welke woordsoort is "het" in deze zin?
Het kindje is heel moe.
A
voorzetsel
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord
Slide 9 - Quiz
Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel
Slide 10 - Quiz
Welk woordsoort is "naar" in deze zin?
De kinderen lopen naar school.
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
lidwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 11 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
___ vogels vliegen in de lucht.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 12 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
De koeien _____ weer naar buiten.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 13 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
Janneke heeft een mooi ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 14 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
De paarden grazen ___ de wei.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 15 - Quiz
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel
Slide 16 - Quiz
Welke woordsoort is onderstreept?
Vorige week heb ik een toets voor Nederlands gemaakt.
_______
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 17 - Quiz
Welke woordsoort is onderstreept?
Deze moeilijke toets had ook erg veel vragen.
____________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 18 - Quiz
Welke woordsoort is onderstreept?
De resultaten van de toets waren niet erg hoog.
____
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 19 - Quiz
Welke woordsoort is onderstreept?
Deze les doen we een herhaling van woordsoorten.
_____________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
Woordsoorten
April 2020
- Lesson with
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Woordsoorten
August 2023
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Woordsoorten
September 2023
- Lesson with
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
B&F Taal Woordsoorten 2 woensdag
January 2021
- Lesson with
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Groep 5 woordsoorten
June 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Woordsoorten
June 2023
- Lesson with
37 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Woordsoorten
March 2022
- Lesson with
37 slides
Taal
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Groep 5 woordsoorten mix
July 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Basisschool
Middelbare school
Groep 5