This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Oefentoets SE 2
Kunst Een
H3 toegepaste vormgeving
Slide 1 - Slide
Hoe staat het met jou kennis van H3?
Welke onderdelen beheers je al goed? Welke moet je nog even goed naar kijken?
Aan het eind heb je een beeld van welke paragrafen je al genoeg weet en welke je nog extra moet leren voor de toetsweek.
Slide 2 - Slide
H3.1 Interieurdesign
Wat weet je al over dit hoofdstuk?
Slide 3 - Slide
Wat doet een interieurarchitect?
A
Houdt zich bezig met de details, bijv. decoratie
B
Specialist in het ontwerpen van de binnenkant van een gebouw
C
Ontwerpt de buitenkant van het gebouw
Slide 4 - Quiz
Wat is het verschil tussen een architect en een interieurarchitect?
Slide 5 - Open question
Wat is toegepaste vormgeving?
A
het ontwerpen van voorwerpen die je kunt gebruiken
B
vereenvoudigen van een vorm
C
ontwerpen van 3d gebruiksvoorwerpen die in grote hoeveelheden worden gemaakt
D
eenvoudige tekening van een voorwerp3
Slide 6 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met de gebruiksfunctie van bijvoorbeeld een stoel?
Slide 7 - Open question
In de jaren tachtig van de twintigste eeuw gingen Nederlandse ontwerpers van Droog Design-Dutch Design opnieuw en kritisch naar het industriële productieproces kijken en nadenken over de betekenis van het product. Daarbij was ...... niet langer meer het uitgangspunt.
A
het idee
B
de decoratie
C
de functie
D
het materiaal
Slide 8 - Quiz
Vervolg op vorige vraag: Voor de Nederlandse ontwerpers van Droog Design-Dutch Design werd ........ van/ achter het ontwerp steeds belangrijker
A
het idee
B
de decoratie
C
de functie
D
het materiaal
Slide 9 - Quiz
Waarom combineert Jurgen Bey meerdere materialen in zijn boomstambank?
Slide 10 - Open question
Noem 1 voordeel en 1 nadeel van de manier waarop de kast van Tejo Remy zijn uiteindelijke vorm krijgt.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Video
Waarom vindt Maarten Baas het zo belangrijk om in teamverband te werken?
Slide 13 - Open question
Waarom zou je deze klok theater kunnen noemen?
Slide 14 - Open question
H3.2 Industriële vormgeving
Hoe zit het met de kennis over h3.2?
Slide 15 - Slide
Wanneer de technicus, marktonderzoeker en de directie de de functie, behoefte vd gebruiker, economische belangen en milieu met elkaar bespreken noemen we dit?
A
Ergonomie
B
Stileren
C
Beeldmerk
D
Productontwikkeling
Slide 16 - Quiz
Wanneer behoort iets tot de industriële vormgeving?
Slide 17 - Open question
Noem twee redenen waarom het model van een auto steeds verandert.
Slide 18 - Open question
Bij het ontwerp van een servies is nagedacht over de ergonomie. Wat is hierbij belangrijk?
Slide 19 - Open question
H3.3 Ambachtelijke vormgeving
Na H3.1 en H3.2 getoetst te hebben ben ik benieuwd naar je kennis van H3.3
Slide 20 - Slide
Onder ambachtelijke vormgeving verstaan we de vormgeving van ?
Slide 21 - Open question
De bijzondere gevilte stoffen van Claudy Jongstra zijn veelzijdig, maar waar worden ze toegepast?
A
Mode en interieur
B
Mode en design
C
Interieur en exterieur
D
Interieur en design
Slide 22 - Quiz
Noem nog twee aandachtspunten, behalve ergonomie, die bij de ontwikkeling van een product een rol spelen.
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Video
H3.4 Grafisch vormgeving
Zo dan zijn we nu alweer bij h3.4. Hoe zit het met deze kennis?
Slide 25 - Slide
Bij grafische vormgeving gebruikt de ontwerper meestal..?
Slide 26 - Open question
Een ontwerper van een pictogram maakt vooral gebruik van
A
Pictogrammen
B
Abstractie
C
Beeldtaal
D
Beeldmerk
Slide 27 - Quiz
Dit affiche waarschuwt tegen aids. Het affiche dringt zich al van ver op. Noem 1 aspect van de vormgeving waardoor dit gebeurt. licht je antwoord toe
Slide 28 - Open question
Welke koe is het meest abstract en welke koe het meest figuratief?
Licht je antwoord toe.
Slide 29 - Open question
Bij de productie van een sportartikel komt veel kijken.
→ Zet de onderstaande woorden in de juiste volgorde