Les 15 H4 Ondernemen is risico's nemen

Economie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag
  • Herhalen aan de hand van theorie en opdrachten
  • Tips voor het leren van de toets
  • herhaling per les en lastige onderdelen bespreken en eventuele vragen
  • Zelf aan de slag met oefentoets

Slide 2 - Slide

Herhaling vorige les
  • Wat is averechtse selectie?
  • Wat is moral hazard?
  • Wat zijn de gevolgen van averechtse selectie en moral hazard?

Slide 3 - Slide

Opdrachten

Slide 4 - Slide

Tips voor het tentamen: (1)
  • Het is veel stof, focus je dus op de onderdelen waarvan je denkt dat ze belangrijk zijn.. (rente, inflatie, ruilen over tijd van overheden, mensen en bedrijven , speltheorie, verzekeren)
  • Je weet vanuit de vorige keer dat het draait om stof begrijpen, kunnen toepassen en kunnen berekenen. Ga dus niet stampen.

Slide 5 - Slide

Tips voor het tentamen: (2)
  • Bereid de stof voor adhv examenopdrachten en bieleveld.eu
  • focus je minder op stof die minder belangrijk lijkt vanuit de grote lijnen, maar laat het niet volledig links liggen.
  • Zorg dat je de berekeningen kunt en de begrippen uit kunt leggen.

Slide 6 - Slide

Herhaling per les

Slide 7 - Slide

Herhaling les 9
Intertemporele substitutie: Ruilen over tijd.
Inflatie: waardevermindering van geld of prijsstijging van producten/diensten
Reëel rendement: rendement gecorrigeerd voor inflatie. heb je dus 3% nominaal rendement, maar 2% inflatie, hou je 1% reëel over.

Slide 8 - Slide

Herhaling les 10
Menselijk kapitaal: productiefactor van arbeid. Neemt toe door bijvoorbeeld opleidingen, doordat je een hogere arbeidsproductiviteit krijgt: hoeveelheid werk per persoon per tijd.
Permanent consumptieniveau: Doordat je niet altijd hetzelfde verdient, maar wel een bepaalde hoeveelheid altijd consumeert, ga je sparen of lenen, krijg je te maken met rente: prijs van tijd

Slide 9 - Slide

Herhaling les 11
Pensioen, bestaat uit pensioen van pensioenfonds, aow en wat je zelf spaart. kan waardevast en welvaartsvast zijn.
Verschil tussen kapitaaldekkingsstelsel en omslagstelsel.
Staatsobligaties: Manier waarop overheid geld leent.
Als de overheid meer geld uitgeeft dan dat er binnenkomt, krijgt zij een financieringstekort (per jaar), leidt uiteindelijk tot een staatsschuld.

Slide 10 - Slide

Herhaling les 12
4 stappen voor prisoners' dilemma
Verzonken kosten: kosten die je niet op een andere manier terug kunt verdienen, maar die je al wel gemaakt hebt
meeliftgedrag: iemand betaalt niet mee, maar profiteert wel.

Slide 11 - Slide

Herhaling les 13
Risico = kans * schade
Verwachte opbrengst = gemiddelde opbrengst - gemiddelde kosten
Risicoaversie: iemand die risico's probeert te vermijden

Slide 12 - Slide

Herhaling les 14
Door informatieasymmetrie (de één weet meer dan de ander) ontstaat moral hazard (minder voorzichtig zijn omdat je weet dat je verzekerd bent) en averechtse selectie (mensen met hogere risico's laten zich meer verzekeren dan mensen lagere risico's).
Te verminderen door informatie in te winnen, premiedifferentiatie, bonus-malus-systemen en eigen risico.

Slide 13 - Slide

Evt overige lastige onderdelen:
  • gevolgen inflatie
  • geloofwaardige zelfbinding
  • overheidsfinanciën
  • verzekeren met bijbehorende begrippen

Nog vragen vanuit de klas?

Slide 14 - Slide

Voor nu oefentoets:

Slide 15 - Slide