VWO 4 - chap2

14 juli
A
14 juillet
B
le 14 juillet
C
sur 14 juillet
D
à 14 juillet
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

14 juli
A
14 juillet
B
le 14 juillet
C
sur 14 juillet
D
à 14 juillet

Slide 1 - Quiz

Qu'est-ce qu'on fête le 14 juillet en France?
A
la fête du travail
B
le début de la monarchie française
C
la révolution française

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Video

(1/2) Op 14 juli 1789…
A
begint de Franse Revolutie.
B
wordt de Franse Republiek opgericht.

Slide 4 - Quiz

(2/2) De tekst wil laten zien dat vrouwen…
A
een bijdrage hebben geleverd aan de revolutie.
B
ondergeschikt waren in de 18e eeuw.

Slide 5 - Quiz

L' adverbe


Het Bijwoord







Slide 6 - Slide

Het bijwoord - l'adverbe

Slide 7 - Slide

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een ander bijwoord of een hele zin

Tu as bien travaillé

Tu as travaillé très bien

C’est une très belle maison

Heureusement, il a eu du succès.


NB Een bijwoord heeft maar één vorm !!!!!! Er is dus geen verschil tussen enkelv/meerv mann/vrwl

Slide 8 - Slide

Vorming van het bijwoord

Een bijv.nw. eindigend op een klinker:  -ment erachter

  • voorbeeld: vrai >>>> vraiment


"Il parle vraiment deux langues!"










Slide 9 - Slide

Vorming van het bijwoord

Een BN eindigend op een medeklinker:  Zet het BNin het vrouwelijk en dan -ment erachter

  • voorbeeld: heureux --> heureuse --> heureusement


"Heureusement, c'est le week-end!"


Slide 10 - Slide

Vorming van het bijwoord

Een BN eindigend op –ent of –ant :

--> ent  krijgt emment            évident --> évidemment

   

--> ant krijgt  amment            constant --> constamment

Pas op de uitzondering: Lent --> Lentement


Slide 11 - Slide

Bijzondere gevallen

bon >>>>>>> bien

meilleur >>>> mieux

mauvais >>>> mal

long >>>>>>> longtemps

rapide >>>>> vite/rapidement

gentil >>>>>> gentiment

Slide 12 - Slide