This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Groepsdynamica
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die
zich in de groep afspelen
C
De invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep
Slide 3 - Quiz
Aspecten binnen een groep
Groepsdynamica zegt iets over de processen in de groep.
Proces aspect:
Omgangsregels, normen en relaties
Taak aspect:
De zaken waarmee de groep bezig is en waarover de groep praat.
bv. een gezamenlijk doel
Slide 4 - Slide
Primaire groep
Secundaire groep
Formele groep
Informele groep
Homegene groep
Hetrogene groep
Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband.
Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel.
Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen
Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak
Slide 5 - Drag question
Soorten groepen
Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband.
Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel.
Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen
Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
Heterogene groep: De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar i.v.m. een groepstaak
Slide 6 - Slide
Altijd lid van een groep
Functies:
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen. Verschaft identiteit en status. Wij gevoel.
Doelen:
Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (de inhoud van de groepsactiviteit)
Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) .
Hoe organiseert de groep zich voor een taak
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar
• Wat is de taak van deze klas?
• Hoe is de groepssfeer in deze klas?
Slide 7 - Slide
Altijd lid van een groep
Voor- en nadelen van een groep
Voordelen: verschaft identiteit, geeft gevoel ergens bij te horen
Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep
Slide 8 - Slide
Groepskarakteristieken
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep.
Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden (formele en informele groepen)
Groepssocialisatie: eigen maken van de groepscultuur
Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld.