This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Groepsdynamica
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die
zich in de groep afspelen
C
De invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep
Slide 3 - Quiz
Aspecten binnen een groep
Groepsdynamica zegt iets over de processen in de groep.
Proces aspect:
Omgangsregels, normen en relaties
Taak aspect:
De zaken waarmee de groep bezig is en waarover de groep praat.
bv. een gezamenlijk doel
Slide 4 - Slide
Soorten groepen
Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband.
Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel.
Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen
Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
Heterogene groep: De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar i.v.m. een groepstaak
Slide 5 - Slide
Altijd lid van een groep
Functies:
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen. Verschaft identiteit en status. Wij gevoel.
Doelen:
Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (de inhoud van de groepsactiviteit)
Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) .
Hoe organiseert de groep zich voor een taak
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar
• Wat is de taak van deze klas?
• Hoe is de groepssfeer in deze klas?
Slide 6 - Slide
Altijd lid van een groep
Voor- en nadelen van een groep
Voordelen: verschaft identiteit, geeft gevoel ergens bij te horen
Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep
Slide 7 - Slide
Groepskarakteristieken
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep.
Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden (formele en informele groepen)
Groepssocialisatie: eigen maken van de groepscultuur
Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld.