This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefentoets
H.3
Lezen
Luisteren
Vocabulaire
Slide 1 - Slide
Opdracht 1 : Luisteren
Une interview avec Laetitia Milo
Lees eerst de zinnen en luister daarna naar het fragment.
Kies het juiste antwoord.
Klik op het koptelefoontje voor het luisterfragment,
je mag twee keer luisteren.
Slide 2 - Slide
Laetitia speelt in de serie Plus belle la vie de rol van Mélanie. Wat voor rol is dit?
A
De rol van een jonge serveerster.
B
De rol van een jonge vrouw die voor de klas staat.
C
De rol van een moeder van twee jonge kinderen.
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de overeenkomsten tussen Laetitia en Melanie?
A
Ze delen dezelfde interesses.
B
Ze komen allebei uit Marseille.
C
Ze lijken qua persoonlijkheid op elkaar.
Slide 4 - Quiz
Hoe is Laetitia haar carrière begonnen?
A
Ze speelde kleine rolletjes in series.
B
Ze was danseres in videoclips.
C
Ze werkte als model.
Slide 5 - Quiz
Model zijn, dansen of acteren. Wat vindt Laetitia het leukst om te doen?
A
Zowel dansen als acteren.
B
Zij vindt acteren het leukst.
C
Zij vindt het alle drie even leuk.
Slide 6 - Quiz
Wat is waar over Laetitia Milot?
A
Ze had liever op het toneel willen staan.
B
Ze is blij met wat ze nu doet.
C
Ze is vrij laat in de serie Plus belle la vie gekomen.
D
Ze zou graag een andere rol in de serie willen spelen.
Slide 7 - Quiz
Opdracht 2 : Lezen
Klik op het oog naast de vragen om
de tekst te lezen. Als je op de afbeelding klikt kun je het vergroten.
Slide 8 - Slide
A Lis le titre et l'introduction du texte.
De halve finale is al wel / nog niet geweest.
A
wel
B
niet
Slide 9 - Quiz
In het interview wordt er o.a. gesproken over
A
de kanshebbers voor de eindstrijd
B
de publiekslievelingen
Slide 10 - Quiz
B Lis le texte en entier. Vrai of faux? 1. Élodie Martelet heeft eerder meegedaan aan talentenjachten.
A
vrai
B
faux
Slide 11 - Quiz
2. Zij probeert haar stem rust te geven tijdens de voorbereidingen van het programma.
A
vrai
B
faux
Slide 12 - Quiz
3. Naast zichzelf, noemt Élodie twee andere kandidaten die volgens haar niet kunnen ontbreken tijdens de finale.
A
vrai
B
faux
Slide 13 - Quiz
4. Van de favorieten, voelt Kendij zich het minst op zijn gemak op het podium.
A
vrai
B
faux
Slide 14 - Quiz
5. Élodie maakt met haar zangkwaliteiten de meeste kans op de titel ‘The voice’.
A
vrai
B
faux
Slide 15 - Quiz
C Raad de betekenis van de onderstreepte woorden in de tekst. Kruis het juiste antwoord aan.
Slide 16 - Slide
encouragée
A
aangemoedigd
B
aangeprezen
C
aangezet
Slide 17 - Quiz
exceptionnelle
A
buitengewoon
B
opvallend
C
vreemd
Slide 18 - Quiz
le tube
A
de hit
B
de ontdekking
C
het origineel
Slide 19 - Quiz
D Lis les questions et choisis la bonne réponse.
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
motiveren
Slide 20 - Quiz
Kies drie zinnen met een signaalwoord uit alinea’s 1 tot en met 3. Schrijf de Franse zinnen hieronder op, onderstreep het signaalwoord en geef het verband aan in de zin. (in het Nederlands) Let op: gebruik steeds een ander verband. Kies tussen: opsomming, reden, gevolg, tegenstelling, doel en tijd.
Slide 21 - Open question
Woorden die te maken hebben met muziek, film, media en mening geven.
Slide 22 - Slide
A Choisis la bonne réponse.
1. Marcel veut devenir / choisir joueur de foot professionnel.
A
devenir
B
choisir
Slide 23 - Quiz
2. Il veut jouer pour l’émission / équipe nationale un jour.
A
l'émission
B
l'équipe nationale
Slide 24 - Quiz
3. Marcel voudrait être le meilleur footballeur du concours / monde.
A
concours
B
monde
Slide 25 - Quiz
4. Il décide / rêve d’une carrière comme Didier Drogba.
A
décide
B
rêve
Slide 26 - Quiz
B Complète les phrases. Attention, il reste trois mots.
Choisis entre : avis - magazine - origine - surtout - argent - autographe - après
1. Quand il sera célèbre, tout le monde aimera Marcel, _______ les filles.
Slide 27 - Open question
B Complète les phrases. Attention, il reste trois mots.
Choisis entre : avis - magazine - origine - surtout - argent - autographe - après
2. Elles vont demander son __________ .
Slide 28 - Open question
B Complète les phrases. Attention, il reste trois mots.
Choisis entre : avis - magazine - origine - surtout - argent - autographe - après
3. Il va être en couverture du ______________ ‘Closer’.
Slide 29 - Open question
B Complète les phrases. Attention, il reste trois mots.
Choisis entre : avis - magazine - origine - surtout - argent - autographe - après
4. Et il va gagner beaucoup d’ ____________ .
Slide 30 - Open question
C Traduis les mots entre parenthèses en français.
1. C’est (ongelooflijk) !
Slide 31 - Open question
2. J’ai (de kans) de voir mon idole; j’ai gagné deux tickets pour Robin des Bois!
Slide 32 - Open question
3. C’est (een musical) avec Matt Pokora.
Slide 33 - Open question
4. Matt Pokora est très (knap, leuk)
Slide 34 - Open question
5. Mon frère trouve Matt Pokora (ongelooflijk)
Slide 35 - Open question
6. (Gelukkig maar) que mon frère ne vient pas au spectacle avec moi.
Slide 36 - Open question
Klik op inleveren. Fijne middag!
Zodra iedereen de toets heeft ingeleverd kijk ik na en geef ik de resultaten vrij. Dit kun je dan inzien in LessonUp!