3.8 Bloedgroepen

Thema 3.8 Bloedgroepen
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 3.8 Bloedgroepen
Ga rustig zitten en pak je lesmateriaal er alvast bij.

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
Telefoonpraat

Herhalen: BS 7 Lymfe en weefselvloeistoffen

Uitleg BS 8: Bloedgroepen

Slide 2 - Slide

Wat is lymfe?
A
Lymfe is hetzelfde als weefselvloeistof
B
Vloeistof die uit de lymfevaten de weefsels in gaat
C
Weefselvloeistof met rode bloedcellen
D
Weefselvloeistof die in de lymfevaten is gestroomd

Slide 3 - Quiz

In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?

A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden

Slide 4 - Quiz

Wat bevind zich niet in weefselvloeistof ?
A
witte bloedcellen
B
afvalstoffen
C
rode bloedcellen
D
zuurstof

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van weefselvloeistof?
A
O2 en voedingsstoffen vanuit de haarvaten naar de cellen toevoeren
B
O2 en voedingsstoffen vanuit de cellen naar de haarvaten toevoeren
C
CO2 en andere afvalstoffen naar de cellen toevoeren
D
CO2 en andere afvalstoffen van de cellen wegvoeren

Slide 6 - Quiz

Leerdoel
  • Je kunt beschrijven waarin de bloedgroepen van elkaar verschillen.

Slide 7 - Slide

Welke bloedgroepen bestaan er bij mensen?
A
1 , 2, 3 en 4
B
A, B, C en D
C
A, B, AB en 0
D
mannelijk en vrouwelijk

Slide 8 - Quiz

Bloedgroep A
Bloedgroep A heeft antigen A op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof B

Slide 9 - Slide

Bloedgroep B
Bloedgroep B heeft antigen B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A

Slide 10 - Slide

Bloedgroep AB
Bloedgroep AB heeft antigen A en B op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit geen antistoffen

Slide 11 - Slide

Bloedgroep 0
Bloedgroep 0 heeft geen antigenen op zijn cellen liggen

in zijn bloed zit antistof A en B

Slide 12 - Slide

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 13 - Quiz

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben geen antistoffen
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 14 - Quiz

Bloedtransfusie
De gouden regel bij bloedtransfusies: de ontvanger mag geen antistoffen tegen het donorbloed kunnen maken.

Slide 15 - Slide

Klontering
Als je antiB en bloed met bloedcellen met antigeen B samenvoegt gaat het klonteren.


Het effect van de klontering 
kun je gebruiken om de
bloedgroep van iemand te bepalen.




Slide 16 - Slide

Aan welke bloedgroep kan iemand met bloedgroep 0 bloed geven?
A
A
B
B
C
AB
D
Alle bloedgroepen

Slide 17 - Quiz

Iemand heeft bloedgroep AB.
Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 18 - Quiz

Ik heb onbekend bloed en ik voeg anti-A toe. Het bloed gaat klonteren.
Welke bloedgroep is het?
A
Dat weet je niet
B
B
C
AB
D
A

Slide 19 - Quiz

Werktijd
- Ga rustig aan de slag met de opgaven van 3.8. Je mag fluisterend overleggen.
- Klaar me de opgaven? Oefen met flitskaarten, de "test jezelf" of op www.biologiepagina.nl

Slide 20 - Slide