H12.1 Stroom en spanning

H12.1 Stroom en spanning
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H12.1 Stroom en spanning

Slide 1 - Slide

Lesuur 1 

Uitleg 12.1 (herhaling L3 + extra onderdelen )
Lesuur 2

Practicum schakelingen

Samen schakelingen bouwen 

Slide 2 - Slide

12.1 Stroom en spanning
Stroom kan alleen lopen als je een stroomkring hebt.

Slide 3 - Slide

12.1 Stroom en spanning

Slide 4 - Slide

12.1 Stroom en spanning

Slide 5 - Slide

12.1 Stroom en spanning

Slide 6 - Slide

Capaciteit:
  • De hoeveelheid elektriciteit opgeslagen in een batterij.
  • Wordt opgegeven in mAh
  • 2 000 mAh gaat twee keer zo lang mee als een batterij van 
       1 000 mAh

Slide 7 - Slide

12.1 Stroom en spanning

Slide 8 - Slide

Het symbool van capaciteit is?
A
C
B
R
C
P
D
W

Slide 9 - Quiz

Formule voor capaciteit:
A
Capaciteit = spanning : stroomsterkte
B
Capaciteit = weerstand x tijd
C
Capaciteit = stroomsterkte x tijd
D
Capaciteit is geen formule voor.

Slide 10 - Quiz

Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah

Slide 11 - Quiz

12.1 Stroom en spanning

Slide 12 - Slide

Hier zie je een typeplaatje van een elektrisch apparaat. Hoeveel is het vermogen? vermogen
A
230
B
11
C
50-60
D
2400

Slide 13 - Quiz

Wat is het vermogen?
A
12 Watt
B
0,3 Watt
C
0,083 Watt
D
3 Watt

Slide 14 - Quiz

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 15 - Quiz

Bereken het vermogen in kiloWatt als het vermogen 250 W is.
A
250 000 kW
B
0,250 kW
C
2,5 kW
D
25 kW

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Lees en maak 12.1: 

Opgave: 2, 4, 5, 6, 8 en 9 

Ben je hiermee klaar? 
Maak dan opgave 10 of de test jezelf. 

Slide 17 - Slide

Practicum proef 6
Met en LDR en Transistor 
Letten op de plus en de min 
Gebruik alleen wat je nodig hebt, laat de rest in de bak

Slide 18 - Slide