3 vmbo-k 3.7 en 3.8

B8: Erfelijkheidsonderzoek
Th3: Erfelijkheid
Welkom bij de les 3B

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B8: Erfelijkheidsonderzoek
Th3: Erfelijkheid
Welkom bij de les 3B

Slide 1 - Slide

Of een koe roodbont is of zwartbont wordt bepaald door erfelijke factoren. Een koe en een stier, beide zwartbond en heterozygoot, krijgen twee nakomelingen. De nakomelingen krijgen samen een nakomeling die roodbont is. In de afbeelding zijn drie stambomen getekend. Welke stamboom kan de genotypen juist weergegeven?
A
Stamboom 1
B
Stamboom 2
C
Stamboom 3

Slide 2 - Quiz

3.7 mutaties
= een plotselinge verandering van het genotype

kan in elke cel plaatsvinden (zowel lichaamscel als geslachtscel)
heeft meestal geen gevolgen

Slide 3 - Slide

mutaties
De invloed van een mutatie:
1. lichaamscel: enkel het genotype van de lichaamscel verandert; het genotype van de andere lichaamscellen verandert niet, dus deze mutatie heeft weinig invloed.

2. geslachtscel: na bevruchting komt het gemuteerde gen terecht in de eicel. Hieruit ontwikkelt zich een nakomeling dat in elke lichaamscel een gemuteerd gen heeft, dus deze mutatie heeft veel invloed.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

mutaties
Kunnen spontaan plaatsvinden of onder invloed van mutagene invloeden:
- asbeststof
- uv-straling (zon)
- sigarettenrook 
- röntgen- en radioactieve straling




Slide 6 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les en nakijken huiswerk
leerdoelen vandaag 
nieuwe theorie: Erfelijkheidsonderzoek
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 7 - Slide

vorige les
geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting
kunstmatige selectie
veredeling
mutaties
mutagene stoffen

Slide 8 - Slide

bespreken huiswerk
Welke vragen hebben jullie?

Opdracht 58 en 59 bespreken we

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je voorbeelden noemen van erfelijkheidsonderzoek
- weet je wanneer het verstandig is om genetisch advies te vragen
- kan je voorbeelden noemen van prenataal onderzoek

Slide 12 - Slide

erfelijkheidsonderzoek
De meeste genen voor erfelijke ziekten zijn recessief (a).

Iemand die heterozygoot (Aa) is, is drager van het recessieve gen en kan dit gen doorgeven aan zijn/haar nakomelingen.

Als er in je familie een erfelijke ziekte voorkomt, is het verstandig om genetisch advies in te winnen.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

erfelijkheidsonderzoek
Hierbij wordt onderzocht hoe groot de kans is dat er kinderen worden geboren met een erfelijke ziekte of afwijking.

Man en vrouw kunnen daarna beslissen over een eventuele zwangerschap.

Slide 15 - Slide

erfelijkheidsonderzoek
Een vorm van erfelijkheidsonderzoek is prenataal onderzoek.
Hierbij wordt een ongeboren foetus/embryo onderzocht op erfelijke ziektes en afwijking. Voorbeelden zijn:
- echoscopie
- vlokkentest
- vruchtwaterpunctie


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Noem drie manieren van prenataal onderzoek

Slide 18 - Open question

Bij een vlokkentest wordt er vruchtwater uit de baarmoeder gehaald om te onderzoeken.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 19 - Quiz

Bij welk prenataal onderzoek worden cellen van de embryo onderzocht?
A
vruchtwaterpunctie
B
vlokkentest
C
allebei
D
allebei niet

Slide 20 - Quiz

Noem voorbeelden
van mutagene invloeden.

Slide 21 - Mind map

Mutagene invloeden kunnen zorgen voor mutaties in DNA. Wanneer zijn de (negatieve) gevolgen hiervan het grootst?
A
Bij mutaties in een lichaamscel
B
Bij mutaties in een geslachtscel

Slide 22 - Quiz

Vragen?

Slide 23 - Slide

zelf aan de slag
opdracht 60 t/m 65 maken

Slide 24 - Slide