week 20

Wat gaan we doen?
  • Uitleg Magister en lesinhoud tot aan de vakantie
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  • Woordenschat H5
  • Opdrachten maken
  • Lesdoel controleren
  • Diatoets wachtwoorden
  • Dilemma op dinsdag
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Uitleg Magister en lesinhoud tot aan de vakantie
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  • Woordenschat H5
  • Opdrachten maken
  • Lesdoel controleren
  • Diatoets wachtwoorden
  • Dilemma op dinsdag

Slide 1 - Slide

Magister
  • In principe altijd thuiswerken, tenzij anders aangegeven
  • Nakijkbladen staat altijd op Itslearning 
  • Planning tot 3 juni staat vast

Slide 2 - Slide

Om de bosjes lopen.

Slide 3 - Slide

Wat betekent: Om de bosjes lopen?

Slide 4 - Open question

Om de bosjes lopen.
= spijbelen

Slide 5 - Slide

Wat voor doel zal de schrijver hebben met deze advertentie?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Wat kun je doen als je een woord niet kent?

Slide 8 - Mind map

Woordraadstrategieën
Deze kennen we al:
- Woordenboek
- Tegenstelling

Slide 9 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je de betekenis van een onbekend woord vinden met behulp van een bekend woorddeel.

Slide 10 - Slide

H5 Woordenschat: bekend woorddeel (1)
Als je een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend woorddeel. Dat kan bij:
- Samengestelde woorden, bijvoorbeeld inkoopmedewerker
- Woorden met een voorvoegsel, bijvoorbeeld: ongezond
- Woorden met een achtervoegsel, bijvoorbeeld: naamloos

Slide 11 - Slide

H5 Woordenschat: bekend woorddeel (2)
Zo zoek je een bekend woorddeel:
- Kijk welke delen van het woord jij al kent
- Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, zoals: on-, ont-, her-
- Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, zoals: -vol, -loos

Slide 12 - Slide

En dan nu...
Wat? Je gaat maken: opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 128-129)
Hoe? De eerste 4 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Hulp: Als je een vraag hebt, mag je naar de docent gaan voor hulp.
Doel: Je kunt een woordbetekenis ontdekken door het zoeken naar een bekend woorddeel.
Tijd: 15 min.
Klaar? Lezen of voor een ander vak bezig. Je mag ook bezig met je presentatie.

timer
4:00

Slide 13 - Slide

En dan nu...
Wat? Je gaat maken: opdracht 5, 6, 7 en 8 (blz. 130-131)
Hoe? De eerste 4 minuten in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Hulp: Als je een vraag hebt, mag je naar de docent gaan voor hulp.
Doel: Je kunt een woordbetekenis ontdekken door het zoeken naar een bekend woorddeel.
Tijd: 15 min.
Klaar? Lezen of voor een ander vak bezig. Je mag ook bezig met je presentatie.

timer
4:00

Slide 14 - Slide

Wat betekent...
schematisch
herexamen

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen en vragen
  • Spreekwoord
  • Lesdoel
  • Bordspel zinsdelen
  • Enquête
  • Dilemma op dinsdag

Slide 16 - Slide

Mededelingen

Slide 17 - Slide

Het kan niet altijd kaviaar zijn.

Slide 18 - Slide

Het kan niet altijd kaviaar zijn.
= niet elke dag is een topdag

Slide 19 - Slide

Zinsdelen
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Spelen maar!
Wat? Je gaat het zinsontledingbordspel doen in groepjes van 3 of 4.
Hoe? Je speelt met de klok mee. Als iemand een antwoord geeft luister je naar diegene. Je mag het zeggen als je het niet eens bent met het antwoord. Luister naar elkaar met respect! Voor elk goed antwoord krijg je 1 punt!
Hulp: Als iets onduidelijk is, mag je de docent vragen.
Doel: Je leert de zinsdelen kennen.
Tijd: 30 min.

LET OP: Als je 1 gooit, hoef je alleen het werkwoordelijk gezegde te noemen.
timer
30:00

Slide 22 - Slide

Door het bordspel snap ik de zinsdelen beter dan ervoor.
Ja
Nee
Een beetje

Slide 23 - Poll

Ik vind het bordspel een leuke manier om met grammatica bezig te zijn.
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

Ik wil graag vaker dit soort spellen doen om met grammatica bezig te zijn.
Ja
Nee

Slide 25 - Poll

Ik leer liever uit het boek.
Ja
Nee

Slide 26 - Poll