This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Consumentenkoop
- De koop moet gaan over iets dat je kunt verplaatsen (roerende zaak)
- Er moet een professionele verkoper zijn, moet zijn beroep zijn
- De verkoper moet een mens van vlees en bloed zijn
Slide 3 - Slide
Vraag 16 Welke 3 voorwaarden zijn er bij een consumentenkoop?
Slide 4 - Open question
17. Is dit consumentenkoop? a. een groothandel koopt een partij aardappelen
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
17. Is dit consumentenkoop? c. Je vader koopt een nieuwe auto in de garage
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
17. Is dit consumentenkoop? d. je broer koopt een stuk grond om een huis op te bouwen
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
17. Is dit consumentenkoop? e. je koopt een nieuw mobieltje in de winkel
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
17. Is dit consumentenkoop? b. Je koopt een tweedehands scooter op marktplaats bij een particulier
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Klant komt na 3 weken terug in de winkel. Laptop kapot. Geen aantoonbare schuld bij klant. Noem 3 dingen die je kunt doen:
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Slide
20. Een koper koopt een wasmachine. Binnen 6 maanden gaat deze kapot. Krijgt de koper een nieuwe wasmachine? Beargumenteer je antwoord. Gebruik hierbij de begrippen garantie en verlengde garantie.
Slide 13 - Open question
21. Vertel in eigen woorden wat een geschillencommissie doet