herhaling h1 4 rijken

Je leeft als je alle 6 levenskenmerken vertoont
  1. Groeien
  2. Ademhalen
  3. Voeden (eten)
  4. Uitscheiden
  5. Reageren (waarnemen) en bewegen
  6. Voortplanten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Je leeft als je alle 6 levenskenmerken vertoont
  1. Groeien
  2. Ademhalen
  3. Voeden (eten)
  4. Uitscheiden
  5. Reageren (waarnemen) en bewegen
  6. Voortplanten

Slide 1 - Slide


groepen
groepen
rijken
Zorg dat je voorbeelden van deze groepen kent.
eencelligen
Holtedieren

Slide 2 - Slide

Hoofdafdeling gewervelden | klassen

Slide 3 - Slide

Soort
Als organismen kunnen voortplanten én als de nakomelingen kunnen voortplanten
De definitie bestaat dus uit 2 delen die allebei genoemd moeten worden!

Slide 4 - Slide

Determineren
Bepalen/opzoeken aan de hand van kenmerken welk organisme je hebt gevonden

Slide 5 - Slide

organen van een plant

• wortels
• stengels
• bladeren
• bloemen

Slide 6 - Slide

Rechtop staan
Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Slide 7 - Slide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 8 - Slide

Orgaanstelsel tot cel

Slide 9 - Slide

voorbeelden soorten dierlijke cellen

Slide 10 - Slide



Geen celkern



Geen celwand



Bladgroenkorrels



Wel celwand en celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Biotechnologie
Bacterien en schimmels kunnen schadelijk en nuttig zijn.

Bij biotechnologie gebruiken we levende wezens om iets voor ons te doen.

Slide 13 - Slide

Bacterien
Bacterien komen overal voor, ook in en op je lichaam.
Ze bestaan uit 1 cel en planten zich voort door deling.


Slide 14 - Slide

voeding schimmel

dode resten van organismen


voedsel bederft hierdoor

(is niet meer te eten)


Slide 15 - Slide

voortplanting schimmel

Sporen

schimmeldraden

speciale orgaan (paddestoel)

Slide 16 - Slide

Voedselkringloop

Slide 17 - Slide

Fotosynthese
Reactievergelijking

Koolstofdioxide + Water + (Zon)licht --> Glucose + zuurstof

Slide 18 - Slide

Energie
  • Door fotosynthese wordt de energie van de zon vastgelegd in de stof: glucose.
  • Deze glucose gebruiken planten om te groeien. Deze nieuwe stoffen bevatten energie (olie, suikers).
  • Ook water heeft de plant nodig, dit wordt door de wortelharen uit de grond gehaald 

Slide 19 - Slide

Klassieke biotechnologie
'Het gebruik van bacteriën'
  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 20 - Slide

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd. ==> Genetische modificatie

Slide 21 - Slide

Nadelen moderne biotechnolgie
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 22 - Slide