10. Oktober 2024/Wortschatz/Lesen

8 Minuten still lesen:
Was?
- Wähle einen Text auf dem Tisch
oder
- Lies Text D oder H zu Kapitel 1
- notiere schwierige Wörter und ihre Bedeutung in deinem Heft

timer
8:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

8 Minuten still lesen:
Was?
- Wähle einen Text auf dem Tisch
oder
- Lies Text D oder H zu Kapitel 1
- notiere schwierige Wörter und ihre Bedeutung in deinem Heft

timer
8:00

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les

  •  ken je minstens 10 woorden van Kapitel 2: Triominos




Slide 2 - Slide

die Hausaufgaben
Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal



































































Gemacht
  •  die Aufgabe 23 ,24 und 25 zu E Grammatik Kapitel 2


Slide 3 - Slide

Evaluatie


1. Wanneer gebruik je de Nominativ van het persoonlijk voornaamwoord?
2. Wanneer gebruik je de Dativ van het persoonlijk voornaamwoord?

Slide 4 - Slide

Nominativ = onderwerp

Wie/Wat + gezegde

Akkusativ = lijdende vorm

1. na voorzetsels:
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
2. als lijdend voorwerp:
Wie/Wat + gezegde + onderwerp

Slide 5 - Slide

Ontleden lastig? Theatermethode
Onderwerp = wie of wat speelt (spelen) de hoofdrol in de zin? Is/Zijn actief? (onderwerp en werkwoord horen bij elkaar)

Ik bel jou morgen op.




Slide 6 - Slide

Ontleden lastig? Theatermethode
Lijdend voorwerp = wie of wat ondergaat wat de hoodrolspeler doet? 

Ik bel jou morgen op.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wortschatz üben: Triominos
Ziel: Die Wörter der Lernliste kennen
Personen: 3 - 4 Personen
Zeit: 20 Minuten
Hilfsmittel: 3 Arbeitsblätter und Scheren


Slide 9 - Slide

Verlauf
1 Vorm een groepje van drie of vier leerlingen.
2 Driehoekjes schudden en verdelen.
3 Om de beurt een driehoekje pakken en plaatsen. 
4 Iedere driehoek heeft een woord op iedere zijde
   Elke zijde moet passen aan de reeds liggende driehoeken.
5 Als je geen driehoek kunt plaatsen, sla je de beurt over.
6 In totaal zijn er 24 driehoekjes. Het einde van het spel is bereikt     wanneer iemand geen driehoeken meer heeft. Wie als eerste zijn   driehoekjes op heeft, heeft gewonnen.

Fertig? Mache die Hausaufgaben
timer
20:00

Slide 10 - Slide

Aufgabe 1 Individuell
Noteer 4 vragen in het Duits over de gezondheid.
 
Kies vragen met behulp van de Sprachmittel, opdracht 34, 35 en 36




Aufgabe 2 zu zweit
Ga naast een klasgenoot zitten bij wie je vorig jaar niet in de klas zat.
  • Stel elkaar de vragen en geef antwoord.
  • Geef elkaar feedback op zinsbouw, grammatica en uitspraak
  • Doe het gesprek nog een keer met de verbetertips



timer
4:00

Slide 11 - Slide

Aufgabe 36

Arbeitet zu zweit.
Führt das Gespräch mithilfe der Sprachmittel und der Lernliste

Ergebnis: fließend gesprochen
Aufgabe 37

Bild beschreiben
Sprachmittel, Lernliste, Wörterbuch benutzen




Ergebnis: fließend gesprochen
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Selbständig arbeiten
Was? Mache die Aufgabe 26 oder 27 zu E Grammatik.
Mache die Aufgabe 28.
Wie? im Buch
Mit wem? Alleine
Hilfsmittel: Lernliste N-D

Fertig? 
- Oefentoets K 1
- slim stampen Kapitel 1 und 2 (Wortschatz und Grammatik) 



Slide 14 - Slide

die Hausaufgaben

Gelernt:
  • Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  • Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
  • Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal







































































Gemacht
  •  Wähle aus (kies uit): die Aufgabe 26 oder 27 zu E Grammatik
  • Aufgabe 28 zu E Grammatik

An die Arbeit!

Slide 15 - Slide

Evaluatie: Übersetze
1 de verkoudheid
2 pijn doen
3 de koorts
4 het lichaam

Slide 16 - Slide

Nächste Unterrichtsstunde:
Bitte mitnehmen
Laptop        Buch A        Heft              Kugelschreiber  

Slide 17 - Slide

Aufgabe
1. Ga naar de grammatica achter in je boek en zoek de werkwoorden 'haben' en 'sein' op.
Ga 5 minuten leren.
2 Ga naar Lessonup - toets 'haben' en 'sein' en maak de opdrachten.

Fertig? 
Ga naar Kapitel 1, zoek op en noteer in je schrift:
1 het thema van het hoofdstuk 
2 welke soort woorden je haat leren (wat zijn de onderwerpen)
3 de grammaticaonderdelen
4 waar je over leert spreken
5 Fertig? Lerne die erste 10 Wörter der Lernliste.


Slide 18 - Slide