7. Oktober 2024/Sprechen/Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

10 Minuten still lesen:

Was?

- Wähle einen Text auf dem Tisch

oder

- Lies Text D oder H zu Kapitel 1

- notiere schwierige Wörter und ihre Bedeutung in deinem Heft

Anschließend Programm:

- die Hausaufgaben

- jezelf voorstellen

- haben und sein

Aan het einde van de les

•  kun je zeggen hoe je je voelt en wat er is gebeurd
• kun je het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp (Nominativ) en als lijdend voorwerp (Akkusativ) gebruiken

die Hausaufgaben

Gelernt:

• Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
  
• Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
• Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal

Gemacht

•  die Aufgabe 18, 19 und 20 zu E Grammatik Kapitel 2

Nominativ = onderwerp

Wie/Wat + gezegde?

Akkusativ = lijdende vorm

1. na voorzetsels:

durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang

2. als lijdend voorwerp:

Wie/Wat + gezegde + onderwerp?

Ontleden lastig? Theatermethode

Onderwerp = wie of wat speelt (spelen) de hoofdrol in de zin? Is/Zijn actief? (onderwerp en werkwoord horen bij elkaar)

Ik bel jou morgen op.

Ontleden lastig? Theatermethode

Lijdend voorwerp = wie of wat ondergaat wat de hoodrolspeler doet? 

Ik bel jou morgen op.

Aufgabe 32

1. Lies die Sätze. Höre dir dann das Gespräch an. Wähle, was gesagt wird.

2. Die Buchstaben vor den richtigen Sätzen bilden ein Wort. Welches?

Aufgabe 35

a. Mache Aufgabe a allein

b. Arbeitet zu zweit. Einer stellt eine Frage von a. Der andere gibt eine passende Antwort. Wechselt die Rollen.

Aufgabe 36

Arbeitet zu zweit.

Führt das Gespräch mithilfde der Sprachmittel und der Lernliste

Selbständig arbeiten

Was? Mache die Aufgabe 21 und 22 zu E Grammatik Kapitel 2

Wie? im Buch

Mit wem? Alleine

Hilfsmittel: Lernliste N-D

Fertig? 

- Oefentoets K 1, 

- slim stampen Kapitel 1 (Wortschatz und Grammatik) und Kapitel 2 (Wortschatz),

- Lernliste N-D 

Aufgabe 1 Individuell

Noteer vragen in het Duits die je hierna aan een medeleerling gaat stellen. 

Kies 4 onderwerpen (4 vragen):

naam

hobby/vrije tijd

woonplaats

leeftijd

broers/zussen

lievelingsvak

huisdier

Aufgabe 2 zu zweit

Ga naast een klasgenoot zitten bij wie je vorig jaar niet in de klas zat.

• Stel elkaar de vragen.
• Geef elkaar feedback op zinsbouw, grammatica en uitspraak
• Doe het gesprek nog een keer met de verbetertips

die Hausaufgaben

Gelernt:

• Kapitel 1: Lernübersicht Lernliste und Grammatik
• Kapitel 2: Lernliste N-D helemaal
• Kapitel 2: Lernliste D-N Teil helemaal

Gemacht

•   die Aufgabe 21 und 22 zu E Grammatik

An die Arbeit!

Evaluatie

1. Wanneer gebruik je de Nominativ van het persoonlijk voornaamwoord?

2. Wanneer gebruik je de Akkusativ van het persoonlijk voornaamwoord?

Nächste Unterrichtsstunde:

Bitte mitnehmen

Laptop        Buch A        Heft              Kugelschreiber  

Aufgabe

1. Ga naar de grammatica achter in je boek en zoek de werkwoorden 'haben' en 'sein' op.

Ga 5 minuten leren.

2 Ga naar Lessonup - toets 'haben' en 'sein' en maak de opdrachten.

Fertig? 

Ga naar Kapitel 1, zoek op en noteer in je schrift:

1 het thema van het hoofdstuk 

2 welke soort woorden je haat leren (wat zijn de onderwerpen)

3 de grammaticaonderdelen

4 waar je over leert spreken

5 Fertig? Lerne die erste 10 Wörter der Lernliste.