§7.3 Wonder aan de rivier de Han

Welkom
timer
2:00
1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
timer
2:00

Slide 1 - Slide

7.3 Wonder aan de rivier de Han






Klas 2

Slide 2 - Slide

Vorige les
 Korea was tot 1945 een kolonie van Japan

Door (2) en (3) werd Korea verdeeld in Noord-Korea en Zuid-Korea.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Rijkste landen in de wereld

Slide 5 - Slide

Lesdoelen §7.3
Aan het eind van de les kan je:
1. Uitleggen waarom Zuid-Korea pas na 1960 economisch is gaan groeien
2. Uitleggen op welke manier Zuid-Korea economisch succesvol is geworden
3. Uitleggen welke fasen Zuid-Korea sinds 1960 in de economische groei heeft doorlopen
4. Uitleggen waarom Noord-Korea niet dezelfde economische ontwikkeling heeft doorgemaakt als Zuid-Korea (zelf lezen)

Basisboeknummers: B193 Bestaansmiddelen, B205 Industrie, B208 Grondstof of afzetmarkt, B239 Percentage stedelingen, B241 Primate city, B260 Internationale arbeidsverdeling



Slide 6 - Slide

Economische groei (begin)
Drie belangrijke redenen:
1. Meer samenwerking op het platteland. 
- stijging landbouwopbrengst
- vb: pak cement.

Slide 7 - Slide

Economische groei (begin)
2.  Minder import, meer export.
Stap 1: Bouw fabrieken met hulp westerse landen (Japan, VS) , productie van consumptiegoederen: voedingsmiddelen, textiel (maar ook producten voor land- en woningbouw)
importsubstitutie = niet meer geïmporteerd, maar zelf gemaakt.
- niet alleen voor eigen gebruik, ook voor export.

 Stap 2: afbetalen buitenlandse leningen.


Slide 8 - Slide

Economische groei (begin)

Drie belangrijke redenen:
3.  Veel investeringen in het onderwijs.
- goede opleiding is van groot belang in Zuid-Korea.


Slide 9 - Slide

Kijkvraag
Na de Koreaanse Oorlog maakte Zuid-Korea een enorme economische groei door,  van een van de armste naar een van de rijkste landen.

Welke sector is hard gegroeid?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Veranderingen (later) 
      Zuid-Korea is 1 van de 4 Aziatische tijgers (landen met een grote economische groei sinds de jaren 80), vernieuwing als sleutelwoord. 

Tussen 1970 en 1990 verschoof de aandacht van de arbeidsintensieve, lichte industrie naar zware industrie
 .

● Na 1990 was er vooral 
 , want de lonen voor productiewerk werden te hoog.

Slide 12 - Slide

Scheepswerf

Slide 13 - Slide

Veranderingen (later)
 Door de economische groei is Zuid-Korea lagelonenland af.
Na 1990: van productiewerk naar hightechindustrie
vb: ontwikkeling van telefoons, televisies, computers, auto’s. ook: grotere dienstensector.

Slide 14 - Slide

Chaebols
Snelle economische groei: onmogelijk zonder de chaebols. familiebedrijven met overheidssteun.

Slide 15 - Slide

Check
Zuid-Korea is nu een van de rijkste landen ter wereld. De grote verandering is te danken aan de president die in 1961 aan de macht kwam.

Hij stelde plannen op om de economie te laten groeien. Hierbij was sprake van importsubstitutie, wat is dat?

Slide 16 - Slide

Aan de slag 2Hb
De eerste 10 minuten werken we in stilte. Lees §7.3  'Tegenstelling'. Maak §7.3 opdracht 1, 2, 3, 4, 7, 8. 

Klaar? Maak de digitale samenvatting van §7.3 en lees §7.4. 


timer
10:00

Slide 17 - Slide

Aan de slag 2Ah
Lees §7.3 'Nieuwe Stad' en 'Tegenstelling'
Maak §7.3 opdracht 1, 2, 3, 4, 8, 9

Klaar? Maak de digitale samenvatting van §7.3 

Slide 18 - Slide

LessonUp inloggen
Ga naar lessonup.app op je laptop
Vul onderstaande code in 
Geef je eigen naam (geen nickname, andere namen of emojis)
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Huiswerk Check
Is alles gelukt?

Slide 20 - Slide

Zuid-Korea heeft een...
A
Vrijemarkteconomie
B
Planeconomie

Slide 21 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het juiste vak waar ze bijhoren.
Noord-Korea
Zuid-Korea

hoog ontwikkelingspeil
Zelfvoorzienend
Dictatuur
presidentsverkiezingen
Kim Jong Un

Slide 22 - Drag question

Welke drie bestaansmiddelen zijn er?
A
Landbouw, toerisme en defensie
B
Defensie, diensten en toerisme
C
Landbouw, industrie en diensten
D
Industrie, diensten en toerisme

Slide 23 - Quiz

Zware industrie rekenen we tot .......?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 24 - Quiz

Singapore, Japan en Zuid Korea horen bij de groep......
A
Aziatische tijgers
B
Afrikaanse leeuwen

Slide 25 - Quiz

Importsubstitutie wil zeggen
A
dat een land producten gaat importeren
B
dat een land producten gaat exporteren
C
dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
D
dat een land niet meer wil exporteren

Slide 26 - Quiz

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.
A
.. arbeidsintensief is
B
.. goedkoop is
C
.. kennisintensief is
D
.. veel grondstoffen nodig heeft

Slide 27 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea?
A
Pyongyang
B
Tokyo
C
Seoul
D
Hanoi

Slide 28 - Quiz

In Noord-Korea wordt nooit gestemd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Zuid- Korea heeft een hogere HDI dan Noord-Korea
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Zuid-Korea is een ..... land:
A
Arm
B
Rijk
C
Gemiddeld

Slide 31 - Quiz

Wat is vergrijzing?
A
Het aantal kinderen neemt toe
B
Het aantal mensen neemt toe
C
Het aantal ouderen neemt toe
D
Mensen krijgen meer grijs haar

Slide 32 - Quiz

Wat is geen reden dat er minder kinderen geboren worden in Zuid-Korea
A
Trouwen op late leeftijd
B
Carrière maken
C
De kosten van de opvoeding
D
Er zijn meer vakmensen

Slide 33 - Quiz

De Verenigde Naties geven elk land een soort rapportcijfer. Dat cijfer wordt berekend door te kijken naar hoe een land scoort op:


A
1. inkomen: het bnp per inwoner (economisch kenmerk)
B
2. gezondheid: de levensverwachting (demografisch kenmerk)
C
3. onderwijs: het aantal jaren dat de bewoners naar school gaan (sociaal-cultureel kenmerk)
D
Alle 3 de antwoorden

Slide 34 - Quiz

Juist of Onjuist?
De VN heeft een indeling gemaakt om het ontwikkelingspeil van een land te bepalen. Deze indeling heet index menselijke ontwikkeling (imo) of in het Engels: de human development index (hdi)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Zuid- Korea heeft een hogere HDI dan Brazilie
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Welke vorm van de bevolkingspiramide herken je op de afbeelding?
A
Toren
B
Urn
C
Piramide
D
Cirkel

Slide 37 - Quiz

Welk soort landen bevinden zich in fase 5 van het demografische transitiemodel?
A
Erg arme landen
B
Arme landen
C
Niet arm en niet rijke landen
D
Rijke landen

Slide 38 - Quiz

Welk land heeft een vrijemarkteconomie?
A
Noord-Korea
B
Zuid-Korea
C
China

Slide 39 - Quiz

Welk onderdeel kun je niet aflezen in het demografisch transitiemodel?
A
Geboortecijfer
B
Sterftecijfer
C
Levensverwachting
D
Geboorteoverschot

Slide 40 - Quiz

Wat deed Zuid-Korea niet na de oorlog ter ontwikkeling van het land?
A
onderwijs verbeteren
B
mechaniseren landbouw
C
producten importeren
D
investeren in de industrie

Slide 41 - Quiz

Noord-Korea wil niet met andere leiders over kernwapens praten, wat voor soort globalisering hoort hierbij?
A
Economische globalisering
B
Politieke globalisering
C
Culturele globalisering
D
Ik weet het niet

Slide 42 - Quiz