What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Chapitre 3 - paragraaf H: vouloir et pouvoir
Les verbes vouloir et pouvoir
niet snappen--> uit je hoofd leren/stampen
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les verbes vouloir et pouvoir
niet snappen--> uit je hoofd leren/stampen
Slide 1 - Slide
Schrijf in je schrift:
Titel: De onregelmatige werkwoorden
vouloir
en
pouvoir
Slide 2 - Slide
Schrijf in je schrift:
Vouloir
Willen
Je
veux
Ik wil
Tu
veux
Jij wilt
Il/elle
veut
Hij/zij wilt
On
veut
Wij willen
Nous
voulons
Wij willen
Vous
voulez
Jullie willen / u wilt
Ils/Elles
veulent
Zij willen
Slide 3 - Slide
Wat betekent vouloir
Slide 4 - Open question
Ik wil
A
Je veux
B
Je veut
C
Je veus
D
Je voules
Slide 5 - Quiz
Wij willen
A
Nous veulons
B
Nous volons
C
Nous vons
D
Nous voulons
Slide 6 - Quiz
Zij willen
A
Ils veutent
B
Ils veulent
C
Ils voulent
Slide 7 - Quiz
Schrijf in je schrift
Pouvoir
Kunnen/mogen
Je
peux
Ik kan/mag
Tu
peux
Jij kunt/mag
Il/elle
peut
Zij kan/mag
On
peut
Wij mogen/kunnen
Nous
pouvons
Wij kunnen/mogen
Vous
pouvez
jullie kunnen/mogen / u kunt/mag
Ils/Elles
peuvent
Zij kunnen/mogen
Slide 8 - Slide
Wat betekent pouvoir
Slide 9 - Open question
Jij kunt
A
Tu pux
B
Tu peux
C
Tu peut
D
Tu peus
Slide 10 - Quiz
Jij mag
A
Tu pux
B
Tu peux
C
Tu peut
D
Tu peus
Slide 11 - Quiz
Wij kunnen
A
Nous pouvons
B
Nous pouvez
C
Vous pouvons
D
On peut
Slide 12 - Quiz
Vertaal: Vous pouvez
Slide 13 - Open question
Schrijf ook in je schrift
Let op!
Bij vouloir en pouvoir hoort meestal nog een tweede werkwoord. Dit staat altijd direct achter de vorm. In het Nederlands is dit niet altijd het geval.
Je
veux
acheter
un cadeau = Ik
wil
een cadeau
kopen
Nous
pouvons
poser des questions? =
Kunnen
wij vragen
stellen
?
Slide 14 - Slide
Klopt wel of niet:
In het Frans komt het tweede werkwoord direct na vouloir of pouvoir
A
Wel
B
Niet
Slide 15 - Quiz
Schrijf in je schrift
Let op!
In de passé composé: Avoir +
voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord pouvoir:
pu
Voltooid deelwoord vouloir:
Voulu
Slide 16 - Slide
Schrijf het rijtje op van avoir (hebben)
Slide 17 - Open question
Schrijf in je schrift
Exemple:
J’
ai
voulu
= ik
heb
gewild
Nous
avons
pu
= Ik
heb
gekund
Slide 18 - Slide
Welk hulp werkwoord gebruik je in de passé composé bij de werkwoorden pouvoir en vouloir
Slide 19 - Open question
Wat is het voltooid deelwoord van vouloir
Slide 20 - Open question
Wat het is voltooid deelwoord van pouvoir?
Slide 21 - Open question
Ik heb gekund
A
J'ai pu
B
J'ai pouvu
C
J'ai vu
D
J'ai voulu
Slide 22 - Quiz
Wij hebben gewild
A
Nous sommes voulu
B
Nous avons voulu
C
Nous sommes vu
D
Nous avons vu
Slide 23 - Quiz
Maak exercices
in je boek p. 124
Ex: 32AB 33
klaar: leren bron E en F (slim stampen of kruiswoordpuzzel)
Slide 24 - Slide
Je bent nu klaar met de lessonup
Je kunt nu vocabulaire F gaan slim stampen (FR/NL & NL/FR)
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Chapitre 3 - paragraaf H: vouloir et pouvoir
March 2024
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
herh vouloir/pouvoir
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
herh vouloir/pouvoir
April 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
herh vouloir/pouvoir
December 2021
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
U3: 3.2 Lire + herh vouloir/pouvoir
March 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2MHV POUVOIR + VOULOIR
April 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
U3: 3.2 Lire + herh vouloir/pouvoir
December 2021
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
U3: 3.2 Lire + herh vouloir/pouvoir
March 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2