6.2 Toonhoogte en frequentie

Welkom, ga lekker zitten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Welkom, ga lekker zitten

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:
  1. je leert over tonen van snaren
  2. je leert wat frequentie is
  3. je leert hoe toonhoogte verandert als de frequentie verandert (en welke tonen je nog kunt kunt horen)
  4. je leert wat een oscilloscoop is en hoe je die gebruikt om de frequentie te bepalen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Snaarinstrumenten:
toon wordt hoger als de snaar
  • dunner wordt
  • korter wordt
  • strakker gespannen wordt

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Frequentie (f)
aantal trillingen per seconde
1 trilling per seconde = 1 Hertz (1 Hz)

Slide 7 - Slide

Hoe hoger de frequentie (dus hoe meer trillingen per seconde), 
hoe hoger de toon

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Oscilloscoop
apparaat om trillingen mee 
zichtbaar te maken

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video


2 golven in 0,01 sec     4 golven in 0,01 sec      1 golf in 0,01 sec
200 golven in 1 sec      400 golven in 1 sec       100 golven in 1 sec
f = 200 Hz                         f = 400 Hz                           f = 100 Hz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

swt
vragen even bewaren tot na de swt!
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide