Quiz hoofdstuk 3.3 verzekeren

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3.3 Verzekeren

Je sluit een verzekering af, dan ben jij de …

1. verzekeraar
2. verzekerde

Als je een verzekering afsluit, betaal je eenmalig..

1. belasting
2. premie
3. assurantie
4. poliskosten

Hoe hoog is de assurantiebelasting?

1. 0%
2. 9%
3. 20%
4. 21%

Je sluit een verzekering af. De premie is € 50 per jaar. De poliskosten zijn € 12.
Hoe hoog zijn de verzekeringskosten per jaar inclusief assurantiebelasting?

1. € 50,00
2. € 60,50
3. € 62,00
4. € 75,02

Wat betekent risico-aversie?

1. dat je graag risico's neemt
2. dat je risico's vermijdt
3. dat je niet graag een verzekering afsluit
4. dat je een hekel hebt aan mensen die zich verzekeren

Wat betekent een schade "claimen"?

1. Je verzekeren voor een mogelijke schade
2. Je gemaakte schade zelf betalen.
3. Opscheppen over het feit dat je verzekerd bent.
4. Bij de verzekering je gemaakte schade melden.

De kans dat je schade rijdt aan je auto is 1x in de 7 jaar. Het gemiddeld schadebedrag is dan € 1.400.
Hoe hoog zijn de kosten van het risico op schade per jaar?

1. € 70
2. € 200
3. € 700
4. € 1.400

De kans dat je schade rijdt aan je auto is 1x in de 7 jaar. Het gemiddeld schadebedrag is dan € 1.400.
De premie van een schadeverzekering zijn € 20 per maand inclusief belasting. Er zijn geen poliskosten.
--> Moet je je wel/niet verzekeren?

1. wel
2. niet

Wel/niet verzekeren?

• De kans dat je schade rijdt aan je auto is 1x in de 7 jaar. 
• Het gemiddeld schadebedrag is dan € 1.400.
  --> risico kost € 1.400 / 7 = € 200 per jaar.

• De kosten van een schadeverzekering zijn € 20 per maand. 
  --> €20 x 12 = € 240 per jaar. 
• Dus niet verzekeren, want premie kost meer dan het risico.

Wat is een risico voor een verzekeringsmaatschappij?

1. solidariteit
2. premiedifferentiatie
3. moreel wangedrag
4. eigen risico

Hoe kan een verzekeraar het risico van moreel wangedrag verkleinen?

1. eigen risico
2. informatie geven
3. algemene premieverhoging
4. premiedifferentiatie

In NL zijn we allemaal verplicht verzekerd voor zorgkosten.
Hoe heet dat?

1. Verplichte solidariteit
2. Verplichte solvabiliteit
3. Verplichte aanvullende verzekering

Nog wat vragen uit 3.1 en 3.2

Wat zijn leenmotieven? Meerdere antwoorden mogelijk

1. Tijdelijk geld tekort
2. dure aankoop niet uitstellen
3. dringend geld nodig
4. Alle 3 antwoorden zijn goed

Je spaart voor een camera. Je wilt ook geld achter de hand hebben voor als de camera kapot gaat. Wat zijn de 2 spaarmotieven?

1. Sparen uit voorzorg en voor de rente
2. Sparen voor de rente en sparen voor een doel
3. Sparen voor een doel en sparen uit voorzorg

Nominale rente

Reële rente

Inflatie

Verandering koopkracht

Algemene prijsstijging

Rente van de bank

Nominale rente = 10%
Inflatie = 6%
Wat is de reële rente?

1. 4%
2. 6%
3. 5,2%
4. 10%

De reële rente is lager dan de nominale rente

1. de inflatie is hoger dan nul
2. de inflatie is negatief
3. de nominale rente is gelijk aan de inflatie
4. de reële rente wordt niet beïnvloed door de inflatie

Hypotheek is...

1. Een verzekering voor schade aan je woning.
2. Een spaarrekening speciaal voor het kopen van een huis.
3. en verplichte belasting die huiseigenaren moeten betalen.
4. n lening die je afsluit om een huis te kopen, waarbij het huis als onderpand dient.

Lening voor de aankoop van een huis, waarbij het huis als onderpand dient voor de bank.

Je leent een vast bedrag je betaalt het terug met rente

Huren van producten voor een bepaalde tijd. Je wordt geen eigenaar. Dit is vooral bij vervoermiddelen en gebouwen.

Een lening voor de aankoop van duurzame consumptiegoederen, zoals meubels of een auto.

Consumptief krediet

Hypothecaire lening

Persoonlijke lening

Leasing

Ga je een voldoende halen voor deze toets?

1. Jazeker :-)
2. Ja, maar dan moet ik eerst nog goed leren en oefenen.
3. Ik denk het niet :-(
4. Toets? Dat duurt nog zo lang... vraag het me dan nog eens..