H4: Steden en Staten Basis

Hoofdstuk 4: Steden en staten

1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Steden en staten

Slide 1 - Slide

Wat waren de twee taken van de schepenen?

Slide 2 - Open question

Wat is een oorzaak?
A
Een gereedschap
B
Dat ding om de hals van een koe/os
C
Wat na iets gebeurt
D
Een reden waarom iets gebeurt

Slide 3 - Quiz

Noem een oorzaak voor de bevolkingsgroei in West-Europa.
A
Er werden meer kinderen geboren
B
Er was genoeg werk naast boer zijn
C
Er was een overvloed aan voedsel
D
Doordat er meer handel was

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
Gilde
B
Hanze
C
Kruistocht
D
Schepenen

Slide 5 - Quiz

Noem een oorzaak voor de opkomst van de handel.
A
Doordat er steden ontstonden kwam er steeds meer handel tussen steden
B
Doordat er dorpen waren kwam er steeds meer handel tussen steden
C
Er was een overvloed aan goederen dat verkocht moest worden
D
Er was geen handel tussen steden in de Middeleeuwen

Slide 6 - Quiz

Geef voorbeelden van handelsproducten van de Hanze
A
Stenen, kruiden en graan
B
Kruiden, potten en hout
C
Graan, vis, zout
D
Hout, graan en kruiden

Slide 7 - Quiz

Welke beschrijving hoort bij het begrip 'Antisemitisme'
A
Haat tegen Moslims
B
Haat tegen Joden
C
Haat tegen Koerden
D
Haat tegen Moslims en Joden

Slide 8 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de omschrijving:

'Het recht van de inwoners van een stad om hun eigen stad te besturen'
A
Burgerrechten
B
Stadsrechten
C
Staatvorming
D
Parlement

Slide 9 - Quiz

Geef een aantal voorbeelden van stadsrechten
A
Handelen, muur bouwen en zelf koning kiezen
B
Muur bouwen, zelf koning kiezen en eigen munt slaan
C
Muur bouwen, eigen munt slaan en zelf stad besturen
D
Eigen munt slaan, eigen stad besturen en geen belasting betalen

Slide 10 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de afbeelding.
A
Gilden
B
Hanze
C
Handel
D
Stadsrechten

Slide 11 - Quiz

Je ziet 4 gilden op de afbeelding? Noem er 2

Slide 12 - Open question

Wat zijn: Kruistochten
A
gewapende tocht van christenen om land op niet christenen te veroveren.
B
Tocht langs een kruispunt
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden
D
Een tocht naar een verboden gebied

Slide 13 - Quiz

Wat bedoelen we met staatsvorming?
A
als een land wordt bestuurd door een vorst
B
als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd
C
als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
D
als een land een naam krijgt, zoals Nederland

Slide 14 - Quiz

Wat betekend het begrip:
schepenen
A
Zij zijn de politie in de stad.
B
Zij bepalen de handel.
C
Zij bepalen de oogst.
D
Zij zijn bestuurder en rechter in een stad

Slide 15 - Quiz

Wat is een pogrom?
A
Een nieuwe wet
B
Jodenhaat
C
Uitbarsting van geweld tegen joden
D
Ketter

Slide 16 - Quiz

Een reis naar een heilige plek om te gaan bidden.
A
Kruistocht
B
bedevaart

Slide 17 - Quiz

Wat zijn ketters?
A
Het ontstaan van een nieuwe, protestantse kerk naast de katholieke kerk.
B
Een christen die vindt dat de paus in Rome de leiding heeft over de kerk.
C
Een christen die zich aansluit bij een hervormer zoals Luther.
D
Iemand die andere ideeën heeft over het geloof dan de katholieke kerk.

Slide 18 - Quiz


 ➤ Hoe veranderde de samenleving in de middeleeuwen tegen het jaar 1000? Leg je antwoord uit in minimaal 40 woorden.



Slide 19 - Open question


Gebruik de bron

Steden werden niet zomaar ergens gebouwd. Mensen die een stad gingen bouwen, zochten naar een goede plek. 
➤ Welke twee voorwaarden zie je terug in de tekst? Leg je antwoord uit.



Gebruik de bron 

Slide 20 - Open question

6. Welk middel van bestaan zie je op de afbeelding? (tik op de afbeelding om hem groter te maken)

Slide 21 - Open question

9. Welk voordeel had lid zijn van een Gilde? Noem er (1)

Slide 22 - Open question

Welk gevolg van de handel zie je op de afbeelding? Leg uit wat er gebeurde in Europa en wat dit persoon is.

Slide 23 - Open question

Welke ambacht zie jij op de afbeelding?

Slide 24 - Open question

Welk stadsrecht zie je op de afbeelding?

Slide 25 - Open question

14. Wat was een voordeel voor een graaf als hij de stad stadsrechten gaf?
A
De burgers in de stad mochten zichzelf besturen
B
De burgers in de stad moesten belasting betalen aan de graaf
C
De burgers mochten eten gaan verbouwen in de stad

Slide 26 - Quiz

Bekijk het plaatje.
Het tijdvak 'Steden & Staten' gaat over de opkomst van de handel en het ontstaan van steden.
Het verhaal van Jacob de Rijke past hier goed bij, want:
A
hij gebruikte zijn geld om een groot bankbedrijf op te zetten.
B
hij kwam uit de Duitse stad Augsburg.
C
hij was een van de rijkste mensen uit de geschiedenis.
D
geen van de genoemde zinnen is juist.

Slide 27 - Quiz

Op het plaatje hiernaast zie je twee dieren, namelijk een vlo en een rat.

In tijdvak 4 'steden & staten' spelen deze twee dieren een belangrijke rol bij een grote gebeurtenis.

Welke gebeurtenis?

Slide 28 - Open question