Stroom en energie

Elektriciteit
Elektriciteit, een bijna magisch verschijnsel

Het domineert ons dagelijks leven. Hoe zouden we zonder kunnen?
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Elektriciteit
Elektriciteit, een bijna magisch verschijnsel

Het domineert ons dagelijks leven. Hoe zouden we zonder kunnen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les:
  • Begrijp je op atoomniveau hoe ladingen energie kunnen transporteren.
  • Weet je wat een elektrische stroom is en hoe deze tot stand komt.
  • Kun je het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
  • Weet je hoe je een stroommeter en een spanningsmeter aan moet sluiten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Elektrische schakelingen, hoe werkt het?
Ik zet de schakelaar om, en de lamp gaat aan.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Elektrische schakelingen, hoe werkt het?
Ik zet de schakelaar om, en de lamp gaat aan.

Energie wordt getransporteerd van de spanningsbron naar de lamp.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt deze energie getransporteerd?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Elektrische schakelingen, hoe werkt het?
Energie wordt getransporteerd van de spanningsbron naar de lamp.

In de lamp vind een energie-omzetting plaats. Welke?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke energie-omzetting
vindt plaats in de lamp?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Stoffen zijn gemaakt van atomen. Grieks: atomos, wat ondeelbaar betekent. Dit zijn de kleinste deeltjes die bestaan.
Oude grieken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Stoffen zijn gemaakt van atomen. Grieks: atomos, wat ondeelbaar betekent. Dit zijn de kleinste deeltjes die bestaan.
Oude grieken
1808: Dalton
Elementen zijn gemaakt van deze atomen, gekarakteriseerd door hun massa. Bij ontstaan nieuwe stoffen blijven de atomen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Elementen zijn gemaakt van deze atomen, gekarakteriseerd door hun massa. Bij ontstaan nieuwe stoffen blijven de atomen.
1808:
Dalton
1897: Thompson
Met kathodestraalbuizen bleek dat er geladen deeltjes uit de atomen komen. Atomen zijn dus niet ondeelbaar! Nobelprijs.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe heten de geladen deeltjes die uit de atomen kwamen?
A
Protonen
B
Elektronen
C
Neutronen
D
Megatronen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Elementen zijn gemaakt van deze atomen, gekarakteriseerd door hun massa. Bij ontstaan nieuwe stoffen blijven de atomen.
1808:
Dalton
1897: Thompson
Met kathodestraalbuizen bleek dat er geladen deeltjes uit de atomen komen. Atomen zijn dus niet ondeelbaar! Nobelprijs.
Bolletjes met positieve en negatieve ladingen erin.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Met kathodestraalbuizen bleek dat er geladen deeltjes uit de atomen komen. Atomen zijn dus niet ondeelbaar!
1897: Thompson
Met alfastraling op goudfolie bleek dat de lading niet uniform verdeeld is. Er is een compacte, positief geladen kern met daar omheen een uniforme wolk elektronen.
1911: Rutherford

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Atoomtheorie - geschiedenis
Met alfastraling op goudfolie bleek dat de lading niet uniform verdeeld is. Er is een compacte, positief geladen kern met daar omheen een uniforme wolk elektronen.
1911: Rutherford
Het verhaal gaat verder... maar dat is een verhaal voor een andere keer.
1914:
Bohr

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Atoombouw
Atoommodel van Rutherford:
  • Positief geladen compacte kern
  • Wolk met negatieve ladingen
  • Deze ladingen kunnen verwijderd worden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aaneengeschakelde atomen
Als je ze energie geeft, kunnen ladingen overspringen (vooral bij metalen).

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aaneengeschakelde atomen
Als je ze energie geeft, kunnen ladingen overspringen.
Op deze manier kan energie tussen atomen getransporteerd worden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aaneengeschakelde atomen
Met dit model kunnen we het aanschakelen van de lamp op 2 manieren verklaren (misschien weten jullie nog een derde?):
  1. De spanningsbron geeft energie aan een elektron, waarna deze zich door de schakeling beweegt.
  2. De spanningsbron geeft energie aan een elektron, waarna deze dit doorgeeft aan een elektron in het atoom ernaast, die het weer doorgeeft, enz.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke theorie klopt?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Aaneengeschakelde atomen
Met dit model kunnen we het aanschakelen van de lamp op 2 manieren verklaren. Het goede antwoord was:

  1. De spanningsbron geeft energie aan een elektron, waarna deze dit doorgeeft aan een elektron in het atoom ernaast, die het weer doorgeeft, enz.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verklaar mbv dit model hoe het komt dat de lamp uitgaat als de schakelaar weer uitgezet wordt.

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

De eenheid van lading is C(oulomb). De lading van 1 elektron is 1,602x10-19 C. Dit is de kleinste hoeveelheid lading die vrij kan voorkomen. Dit heet ook wel het elementair ladingskwantum.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

De hoeveelheid lading Q die per s getransporteerd wordt, heet de stroomsterkte I:

De eenheid is A(mpere).
I=tQ

Slide 25 - Slide

Hoe kun je de Ampere ook schrijven?
Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

De hoeveelheid energie E die per lading Q wordt meegegeven heet de spanning:

De eenheid is V(olt).
U=QE

Slide 26 - Slide

Hoe kun je de Volt ook schrijven?
Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

Om de stroomsterkte te meten, moet alle lading die door het onderdeel van schakeling stroomt dat je wilt meten ook door de stroommeter stromen. Hoe moet je de stroommeter aansluiten?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Om de stroomsterkte te meten, moet alle lading ook door de stroommeter stromen. Hoe moet je de stroommeter aansluiten?
A
In serie
B
Parallel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Stroom en spanning
Ladingen bewegen zich dus door de stroomkring, waardoor energie getransporteerd wordt.

Om de spanning te meten, moet dezelfde hoeveelheid energie die door het onderdeel van schakeling gaat dat je wilt meten ook door de spanningsmeter gaan.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Dezelfde hoeveelheid energie die door het onderdeel van schakeling gaat dat je wilt meten moet ook door de spanningsmeter gaan. Hoe moet je de spanningsmeter aansluiten?
A
In serie
B
Parallel

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Elektrische schakelingen, hoe werkt het?
Ik zet de schakelaar om, en de lamp gaat aan.

Energie wordt getransporteerd van de spanningsbron naar de lamp.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt deze energie getransporteerd?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Check:
  • Begrijp je op atoomniveau hoe ladingen energie kunnen transporteren?
  • Weet je wat een elektrische stroom is en hoe deze tot stand komt?
  • Kun je het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen?
  • Weet je hoe je een stroommeter en een spanningsmeter aan moet sluiten?

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Opgaven: 1, 3, 4, 5, 6, 7

Slide 34 - Slide

This item has no instructions