Les 1: methodische begeleiding: 2308B

Methodische cyclus 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Methodische cyclus 

Slide 1 - Slide

Methodische begeleiding
 - Vaststellen van wensen, behoeften en problemen 
- Doelen formuleren 
- Plannen maken en uitvoeren 
- Evalueren  

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- De student beschrijft het gefaseerd werken  binnen                           Methodisch werken.​

- De student benoemt de fasen in methodisch werken.
- De student reproduceert hoe een ondersteuningsvraag                   gemaakt wordt.
- De student beschrijft een SMART-doel voor de cliënt.

Slide 3 - Slide

METHODISCH WERKEN IS GEFASEERD WERKEN: METHODISCH STAPPENPLAN
Methodisch handelen is in de maatschappelijke zorg in fasen en stappen te delen.​

Fase 1: Voorbereiding​
- Stap 1: Verzamelen van informatie
- Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen 
- Stap 3: Doelen stellen/formuleren​ 
- Stap 4: Een plan maken​
Fase 2: Uitvoering​
- Stap 5: Uitvoeren, begeleiden en tussentijds evalueren​
Fase 3 Afrondingsfase​
- Stap 6: Evalueren​









Slide 4 - Slide

Doelen methodisch werken
Doelgericht, systematisch, procesmatig, bewust en efficiënt werken.​


Het mogelijk maken om een zorg- of begeleidingstraject te evalueren en verantwoording af te leggen over de geboden zorg of begeleiding.​

Cliënten centraal stellen en hen zien als mensen die zelf richting geven aan hun leven en daarmee en gelijkwaardige, verantwoordelijke en mogelijk actieve rol hebben in het zorg- of begeleidingsproces, uitgaande van de emancipatorische visie op mensen met een hulpvraag 

Slide 5 - Slide

Wat is GEEN doel van methodisch werken?
A
Evalueren
B
Cliëntgericht
C
Degraderen
D
Doelgericht

Slide 6 - Quiz

Fasen van methodisch werken - methodische cirkel

Slide 7 - Slide

Fase 1 voorbereiding
In de voorbereiding van een activiteit zijn er drie verschillende stappen.​


Stap 1: Verzamelen van informatie
Allereerst moet je een beeld krijgen van de hulpvrager voor wie je iets voorbereidt: 
- Wie is de hulpvrager, welke vraag heeft hij, hoe ziet zijn achtergrond eruit, welke behoeften, interesses en mogelijkheden heeft hij?​






Slide 8 - Slide

Stap 1: Gegevens verzamelen - informatiebronnen
- de cliënt zelf; 

- de familie of naasten;
- andere professionals;
- observatie;
- eventueel het dossier



Slide 9 - Slide

Stap 2: De wensen en behoeften en problemen van de cliënt vaststellen.​

Je beschrijft dan de beginsituatie.

Slide 10 - Slide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen - cliënt zelf
Het is belangrijk om de ondersteuningsbehoefte van de cliënt goed in kaart te brengen.

Dat kun je doen door bijvoorbeeld vragen te stellen zoals:
- Wat zijn de wensen en behoeften van de cliënt? 
- Welke hulp of begeleiding heeft hij nodig?
- Wat wil de cliënt zelf?
- Op welk vlak wil hij zich ontwikkelen, 
   welke toekomst ziet hij voor zichzelf, wat zijn de wensen,       
   mogelijkheden en ambities van de cliënt?


Slide 11 - Slide

Fase 1 voorbereiding 
Stap 3 Doelen formuleren​

Na het beschrijven van de beginsituatie ga je de doelen formuleren.​

Je staat stil bij het doel dat je voor de hulpvrager voor ogen hebt: 
- waar wil je uitkomen, wat moet de cliënt uiteindelijk bereiken?​

Pas als je weet waar je met deze cliënt naartoe wilt en waar je uit wilt komen, kun je een plan maken.


Slide 12 - Slide

Doelen formuleren: SMART
Specifiek​

- Het is duidelijk waarover het gaat​
Meetbaar​
- Je kunt vaststellen of het behaald is​
Acceptabel​
- Indien mogelijk aanvaard en geaccepteerd door e cliënt en door jou​
Realistisch​
- De cliënt en jij moeten ervan overtuigd zijn dat het haalbaar is.​
Tijdgebonden
- Het is duidelijk wanneer het bereikt moet zijn








Slide 13 - Slide

Stelling
'Bij alle cliënten moet je doelen stellen om te werken aan verbetering van hun situatie.'

Slide 14 - Slide

Opdracht
  • Je gaat hierover in debat met één medestudent:
  • Een van jullie is vóór, de ander tegen. Het is niet erg als het niet je eigen mening is; het gaat erom dat je goede argumenten bedenkt. Het debat duurt maximaal 3 minuten.

Verdeel de rollen en bereid je voor op het debat. Dat doe je door goede argumenten vóór of tegen de stelling te bedenken. Maak aantekeningen en noteer in welke volgorde je de argumenten naar voren wilt brengen.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Fase 1 voorbereiding 
Stap 4: Activiteiten vaststellen en plannen​

Daarna ga je een plan van aanpak maken. 
Natuurlijk zoveel mogelijk in overleg met de cliënt.​
In het plan staat hoe je naar het doel toe wilt werken en de weg waarlangs je naar het doel toe gaat.​
Je stippelt de route uit.​
Je regelt de zaken zo, dat je het plan kunt uitvoeren: je zorgt ervoor dat dat alles er is wat je nodig hebt. ​
Je weet wat je gaat doen tijdens de activiteit en hoe je dat gaat doen.​
Als je dat weet, ben je klaar voor de uitvoering van het plan.​





Slide 16 - Slide

Opdracht vanuit BOOM.
Maken opdracht:
  • Methodisch begeleiden, Thema 4 
  • Opdracht 3. Van gegevens naar ondersteuningsvraag.
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Fase 2: Uitvoering van het plan
Stap 5: Uitvoeren​ 

Iedereen die met het plan te maken heeft is, is van de inhoud op de hoogte.​
Tijdens de uitvoering bewaak je de continuïteit, je houdt steeds in de gaten wat de cliënt nodig heeft om zijn doelen te bereiken. ​

Let op: het belang van de cliënt staat altijd voorop, niet het plan.​

Als het nodig is stel je het plan bij.​
Het is van belang alle veranderingen en aanpassingen in samenspraak toe te passen en goed te rapporteren.




Slide 18 - Slide

Bij de uitvoering van het plan, staat voorop?
A
Het Plan
B
De Cliënt

Slide 19 - Quiz

FASE 3: EVALUEREN: EVALUEREN EN REFLECTEREN OP HET EIGEN HANDELEN
Stap 6: Evalueren 
Dat doe je tijdens het hele traject, niet alleen op het einde.​
  

Je blikt terug op wat je hebt gedaan, zodat je je plan zo nodig kan aanpassen.​

Je maakt onderscheid tussen product- en procesevaluatie.​












Slide 20 - Slide

FASE 3: EVALUEREN: EVALUEREN EN REFLECTEREN OP HET EIGEN HANDELEN 2
PRODUCTEVALUATIE: geeft antwoord op de vraag of het doel is bereikt.
PROCESEVALUATIE: geeft antwoord op de vraag of de weg er naar toe goed is verlopen: Hoe is er samengewerkt? Zijn de werkwijze van de begeleiding goed gekozen?​
In de procesevaluatie REFLECTEER je ook op je eigen handelen.​

Evalueren = het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf opgestelde criteria.

Slide 21 - Slide

Welke vraag valt er onder de Productevaluatie?
A
Is de weg er naar toe gelukt
B
Is de weg er van af gelopen
C
Is het doel bereikt
D
Is het doel buiten bereik

Slide 22 - Quiz

Evalueren is.....
= het beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf opgestelde criteria​


Een goede evaluatie laat zien: ​
- of de genomen stappen de juiste waren, ​
- of je je doelen hebt behaald ​
- of dat er nog open eindjes liggen waar nog aandacht aan moet worden             besteed.​
 







Slide 23 - Slide

Evalueren is..... 
 Evalueren is ook kijken naar de manier hoe je hebt begeleid. ​
 Een goed uitgevoerde evaluatie geeft je handvatten voor het vervolg.

 Het woord evalueren betekent ‘de waarde bepalen’. ​

 Evalueren is dan ook het uitspreken van een waardeoordeel. Je gaat na welke waarde de activiteit heeft gehad voor de cliënt. 
Daarvoor blik je terug.

Slide 24 - Slide

Evalueren is NIET
Achterover leunen en de volgende antwoorden geven op de vraag hoe je het vond gaan:​

- Ik vond het wel goed gaan, ze deden goed mee.​
- Het was gezellig.​
- Het ging zoals ik me had voorgesteld, dus geen verrassingen.​
- Thea was weer eens bezig, maar verder liep het wel.​
- Het doel is behaald, dus dat is mooi.




Slide 25 - Slide

Functie van evalueren
Evalueren als ​

- Kwaliteitsverbetering​
- Middel voor zelfreflectie en samenwerking​
- Middel om verantwoording af te leggen​
- Voorbeeldfunctie​
- Leerervaring




Slide 26 - Slide

Tips & Tops

Slide 27 - Slide