What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Maandag 27 mei
Maandag 27 mei 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop
woordenschat social media herhalen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur
woordenschat thema geld en werk
10.30 - 11.20 uur
toets woordenschat social media
11.20 - 12.10 uur
kunst
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Maandag 27 mei 2024
08.30 - 09.20 uur Inloop
woordenschat social media herhalen
12.10 - 12.40 uur Pauze
09.20 - 10.10 uur Rekenen
12.40 - 13.30 uur Engels
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 - 14.20 uur
woordenschat thema geld en werk
10.30 - 11.20 uur
toets woordenschat social media
11.20 - 12.10 uur
kunst
Slide 1 - Slide
woordenschat herhalen
Slide 2 - Slide
Blok 5.2, les 8 Figuren
Je leert deze les:
* hoe de doorsnede van figuren eruitziet.
Slide 3 - Slide
Zelf maken
Je maakt:
Opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Laat je antwoorden checken;
Nog meer tijd over? Maak de blauwe opdrachten.
Slide 4 - Slide
rekenen
Slide 5 - Slide
Pauze
timer
20:00
Slide 6 - Slide
Toets woordenschat
Vandaag maken we de toets van woordenschat.
Ga naar de website: lessonup.app
Je krijgt van je docent een inlognaam en wachtwoord.
Ben je klaar met de toets? Ga iets doen wat geen geluid maakt. We wachten tot iedereen klaar is.
Als we de toets aan het maken zijn, mag je niet met elkaar praten! Heb je een vraag, dan komt de docent langs.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Pauze
timer
30:00
Slide 9 - Slide
Engels
De docent vertelt wat we vandaag gaan doen.
Good luck!
Slide 10 - Slide
Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 11 - Slide
afmaken
zorgen dat iets klaar is
zo lang aan iets werken tot het klaar is = voltooien
maakte af, heeft afgemaakt); scheidbaar werkwoord
Zin
: Ik
maak
eerst even deze brief
af
en dan ga ik mee.
Zin
: Wij moeten ons werk
afmaken
om geen huiswerk te hebben.
Slide 12 - Slide
de baan
het werk dat je doet voor geld
meervoud: banen; verkleinwoord: baantje
fulltime of parttime
Zin
: Mijn broer heeft
een baan
als leraar aangenomen.
Zin:
Er is een vacature voor een fulltime
baan
.
Slide 13 - Slide
de bijbaan
het werk dat je erbij doet voor geld, naast je gewone werk of school
vaak voor in het weekend of 's avonds
krantenwijk, pizzabezorger, vakkenvullen
Zin
: Ik heb een
bijbaan
van 15 uur per week in de supermarkt.
Zin
: Mijn neef is op zoek naar een
bijbaan
.
Slide 14 - Slide
het brutoloon
het salaris voordat er geld voor de belasting vanaf is gehaald
meer dan je krijgt
tegenstelling: nettoloon
Zin
: Een meisje van 16 jaar heeft een
brutoloon
van ongeveer 5,20 euro per uur in de horeca.
Zin
: Je betaalt belasting over je
brutoloon
.
Slide 15 - Slide
het doel
iets wat je wilt bereiken
de plaats waar de bal moet komen bij een sport
meervoud: doelen
Zin
:
Het
is mijn
doel
om een goed cijfer voor het examen te krijgen.
Zin
: Er ging in de hele wedstrijd niet één bal in
het doel.
Slide 16 - Slide
Wat betekent :
afmaken
A
iets kapot maken
B
zorgen dat niets klaar is
C
zorgen dat iets af is
D
stoppen met iets
Slide 17 - Quiz
Waar wordt het woord:
de bijbaan
goed gebruikt?
A
Een baan waarbij je de hele week werkt.
B
Een baan voor in de avond of in het weekend.
C
Een baan waar je geen geld verdient.
D
Een baan die nodig is voor school.
Slide 18 - Quiz
Wat is:
het brutoloon
A
Het geld uitbetaald zonder belasting.
B
Het geld wat je wel verdiend , maar niet helemaal krijgt.
C
Het geld uitbetaald met belasting
D
fooi
Slide 19 - Quiz
Wat is een "baan"?
Slide 20 - Mind map
Maak een foto van het doel
Slide 21 - Open question
Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!
Slide 22 - Slide
Er staan op het voetbalveld twee ..................... .
Slide 23 - Open question
Mijn .................... is hoger dan wat ik krijg uitbetaald.
Slide 24 - Open question
Hij heeft een ..................... bij de supermarkt.
Slide 25 - Open question
Wij hebben ons huiswerk ......................... .
Slide 26 - Open question
Het meisje heeft een ................ in een kledingwinkel.
Slide 27 - Open question
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin
met één of meer woorden:
afmaken, de baan, de bijbaan, het brutoloon en het doel.
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Maandag 17 april 2023
April 2023
- Lesson with
27 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
dag 11
May 2023
- Lesson with
18 slides
Woordenschat Disk thema 17 - groen (halfgevorderd)
March 2023
- Lesson with
22 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2
Maandag 18 januari 2021
January 2021
- Lesson with
34 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Maandag 18 januari 2021
June 2021
- Lesson with
37 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Disk 16 taak 4 + woordenschat SRR
October 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
5.1 Welzijn en werken
August 2020
- Lesson with
40 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
5.1 Welzijn en werken
August 2020
- Lesson with
40 slides
by
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap