Maandag 17 april 2023

Maandag 17 april 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend? 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Geld en Werk
12.40 - 13.00 uur
Blink Uit*
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen / tekenen

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Maandag 17 april 2023
08.30 - 09.10  uur 
Hoe was het weekend? 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur 
Woordenschat thema  Geld en Werk
12.40 - 13.00 uur
Blink Uit*
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.00 - 14.00 uur
rekenen / tekenen

10.30  - 11.20  uur  
Disk - zelfstandig werken
11.20 - 12.10 uur
Engels

Slide 1 - Slide

Lezen 

Slide 2 - Slide

Woordenschat
Vandaag leer je vijf nieuwe woorden bij het thema GELD en WERK

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Slide

afmaken
  • zorgen dat iets klaar is 
  • zo lang aan iets werken tot het klaar is = voltooien
  • maakte af, heeft afgemaakt);  scheidbaar werkwoord
  • Zin: Ik maak eerst even deze brief af en dan ga ik mee.
  • Zin: Wij moeten ons werk afmaken om geen huiswerk te hebben.

Slide 4 - Slide

de baan
  • het werk dat je doet voor geld 
  • meervoud: banen; verkleinwoord: baantje
  • fulltime of parttime
  • Zin: Mijn broer heeft een baan als leraar aangenomen.
  • Zin: Er is een vacature voor een fulltime baan.

Slide 5 - Slide

de bijbaan
  • het werk dat je erbij doet voor geld, naast je gewone werk of school
  • vaak voor in het weekend of 's avonds
  • krantenwijk, pizzabezorger, vakkenvullen
  • Zin: Ik heb een bijbaan van 15 uur per week in de supermarkt. 
  • Zin: Mijn neef is op zoek naar een bijbaan.

Slide 6 - Slide

het brutoloon
  • het salaris voordat er geld  voor de belasting vanaf is gehaald
  • meer dan je krijgt
  • tegenstelling: nettoloon
  • Zin: Een meisje van 16 jaar heeft een brutoloon van ongeveer  5,20 euro per uur in de horeca.
  • Zin: Je betaalt belasting over je brutoloon.

Slide 7 - Slide

het doel
  • iets wat je wilt bereiken 
  • de plaats waar de bal moet komen bij een sport 
  • meervoud: doelen
  • Zin: Het is mijn doel om een goed cijfer voor het examen te krijgen.
  • Zin: Er ging in de hele wedstrijd niet één bal in het doel.

Slide 8 - Slide

Wat betekent :
afmaken
A
iets kapot maken
B
zorgen dat niets klaar is
C
zorgen dat iets af is
D
stoppen met iets

Slide 9 - Quiz

Waar wordt het woord:
de bijbaan
goed gebruikt?
A
Een baan waarbij je de hele week werkt.
B
Een baan voor in de avond of in het weekend.
C
Een baan waar je geen geld verdient.
D
Een baan die nodig is voor school.

Slide 10 - Quiz

Wat is:
het brutoloon
A
Het geld uitbetaald zonder belasting.
B
Het geld wat je wel verdiend , maar niet helemaal krijgt.
C
Het geld uitbetaald met belasting
D
fooi

Slide 11 - Quiz

Wat is een "baan"?

Slide 12 - Mind map

Maak een foto van het doel

Slide 13 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Slide

Er staan op het voetbalveld twee ..................... .

Slide 15 - Open question

Mijn .................... is hoger dan wat ik krijg uitbetaald.

Slide 16 - Open question

Hij heeft een ..................... bij de supermarkt.

Slide 17 - Open question

Wij hebben ons huiswerk ......................... .

Slide 18 - Open question

Het meisje heeft een ................ in een kledingwinkel.

Slide 19 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
afmaken, de baan, de bijbaan, het brutoloon en het doel.


Slide 20 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Werk en Geld.


Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Slide

English
Holmwoods

Slide 23 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Slide

Blink uit

Slide 25 - Slide

Rekenen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide