Syllabus 3a3 (R)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Maak paragraaf 1.1

Opdracht 1

1 a C

 b Voorbeeld van een juist antwoord: dat ik bijvoorbeeld via Skype ongeacht de afstand kan praten met een vriend in Texas.

2 a Omdat een digitaal sociaal netwerk op een elektronische manier werkt, is dat minder locatiegebonden dan een fysiek transportnetwerk, zoals een weg.

Opdracht 2

 b Overeenkomsten:

– grensoverschrijdend; 

– en er zijn goederen, mensen, kapitaal en informatie bij betrokken.

Verschillen:

– internationalisering vindt vaak plaats binnen continenten, globalisering ook tussen continenten

– Internationalisering vindt vaak tussen bedrijven en overheden plaats, globalisering heeft ook invloed op de wereldburgers, omdat ze voortdurend met elkaar in contact staan.

Opdracht 3

3 a Door efficiëntere vervoersmethoden kan tijd en dus geld worden bespaard, wat meer winst of een betere concurrentiepositie oplevert.

 b Globalisering leidt tot standaardisering van de wereldburgers, maar ook tot conflicten als mensen zich economisch buitengesloten voelen of denken dat hun cultuur wordt aangetast.

 c De mondiale verbondenheid door technologische innovaties (bij de uitwisseling van producten en informatie) is de basis van globalisering.

Opdracht 5

5 a D

 b Voorbeeld van een juist antwoord: De absolute afstand tussen mijn huis en school is 6 kilometer. Ik ga met de fiets naar school. Onderweg moet ik vaak stoppen voor verkeerslichten. De relatieve afstand tussen mijn huis en school is 25 minuten.

Opdracht 6

6 a Nederland heeft een hoogopgeleide bevolking en ligt centraal in een groot afzetgebied. Door de verplaatsing zou het bedrijf transportkosten kunnen besparen.

 b Voorbeeld van een juist antwoord: Duitsland heeft vergelijkbare kenmerken als Nederland en ligt iets dichter bij China.

 c In Nederland liggen verschillende internationale en Europese knooppunten, zoals Schiphol en de haven van Rotterdam. Het is eenvoudig om van en naar Nederland goederen te transporteren.