HA - week 39- Les 1 - woordsoorten

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen

Slide 1 - Slide

- Welkom
- stillezen
- herhalen grammatica zinsdelen
- Start grammatica woordsoorten

Doel: 

- Je kunt de persoonsvorm vinden in een enkelvoudige zin
- Je weet hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen
- Je herkent zelfstandig naamwoorden 
- Je kunt lidwoorden voor ZN'en zetten
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Op welke manieren kun je in een zin de persoonsvorm vinden?

Slide 4 - Open question

Wat kun je zeggen over de plek van de persoonsvorm in een zin?

Slide 5 - Open question

Verdeel de zin in zinsdelen door de woorden in het goede 'zinsdeelvlak' te zetten. 
1
2 (persoonsvorm)
3
4
De
docent
is
in 
haar
eigen
woonkamer

Slide 6 - Drag question

Elk woord in de zin een eigen functie.

Vergelijk met voetbal:
Zinsdelen - je kijkt naar de functies aanvallers, de keeper en de verdedigers in het veld. 
Woordsoorten - je kijkt naar de individuele spelers (Onana, Blind, Tadic, Neres, Dest etc. )
Woordsoorten

Slide 7 - Slide

Boekenlegger
boeket
 fantasie 
  fraai 
 geniaal
geloven
 lelijk
nietmachine
tuinieren
ontmoeten 
regenen 
talent 
soldaat 
vakantie
verhuizen

Slide 8 - Drag question

Elk woord in de zin een eigen functie.

Zelfstandig naamwoorden (zn)
- Dier, ding, mens, plaats, naam, plant 

bijv. docent, mama, stoel, poot, shirt, Barneveld, Jelle, grassprietje, berk, water, boterham, SDVB, VVOP, SSS. 

Alles wat een naam heeft is een zn eigennaam ( dus met hoofdletter)
Woordsoorten

Slide 9 - Slide

Elk woord in de zin een eigen functie.

Lidwoorden
- de, het, een.

Horen altijd bij een ZN: de bal,  een balletje, het kind 

Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Woordsoorten

Slide 10 - Slide

Elk woord in de zin een eigen functie.

Lidwoorden
- de, het, een.

Horen altijd bij een ZN: de bal,  een balletje, het kind 

Bepaalde lidwoorden: de, het
Onbepaald lidwoord: een
Woordsoorten

Slide 11 - Slide

Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
elke
leerling
heeft
de
boeken
op
het
tafeltje
liggen

Slide 12 - Drag question

Alle woorden in de zin hieronder kun je verplaatsen. Verplaats ALLEEN de zelfstandig naamwoorden en de lidwoorden naar het juiste vak. (rest blijft staan)
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
een
busje
rijdt
over
het
terrein
van
de
school

Slide 13 - Drag question

Wat:
- Je maakt jouw leerlijn van grammatica woordsoorten

Wanneer:
- Vandaag, maandag, dinsdag

Aan de slag:

Slide 14 - Slide