Les 1. Woordsoorten (zn, lw, bn)

Grammatica woordsoorten 
Zelfstandig naamwoord, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoord
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica woordsoorten 
Zelfstandig naamwoord, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je wat zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoorden zijn. 

Slide 2 - Slide

Grammatica woordsoorten 
Grammatica bestaat uit zinsdelen en woordsoorten.
De zinsdelen zijn de 'verdiepingen' van een huis. De woordsoorten zijn de 'bouwstenen' van het huis.
Je kunt elk woord los benoemen. 

woordsoorten = elk woord van een zin los benoemen. 




Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Soorten woordsoorten
Woordsoorten die we gaan behandelen/leren:
zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, voorzetsel, bijwoord. 

Slide 5 - Slide

Wat is een
zelfstandig naamwoord?

Slide 6 - Mind map

Zelfstandig naamwoord 
  • mensen, dieren, planten, dingen, gevoelens
  • namen van mensen, steden, merken etc. zijn ook een zn
     (= eigennaam)
  • Je kunt er vaak een lidwoord voorzetten.  
  • Je kunt er vaak een verkleinwoord of meervoud van maken

Slide 7 - Slide

Kijk het lokaal rond.
Noem 5 voorbeelden van
een zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Mind map

Sleep alle zelfstandig naamwoorden in het vak:
Zelfstandig naamwoord

Britt
China
dobbelen
onnodig
paraplu
tijdens

Slide 9 - Drag question

Lidwoorden 
Bepaald lidwoord ('specifiek') = de, het
Onbepaald lidwoord ('algemeen') = een 


Lidwoorden horen bij een zelfstandig naamwoord. 

Slide 10 - Slide

Noteer van de onderstaande zin alle zn-en + lw-en. Noteer ook of het lidwoord bepaald of onbepaald is.
"Kristel heeft gisteren een mooie ketting gekocht bij de juwelier."

Slide 11 - Open question

Uitzonderingen! 
Als je het woord 'een' als één uitspreekt, is het geen lidwoord
Ik heb een van jullie uitgenodigd. 

Als 'het' niet bij een zelfstandig naamwoord hoort, maar los staat, is het geen lidwoord

Weet je zeker dat het niet gaat regenen vandaag?


Slide 12 - Slide

Opdracht maken 
  • Maak opdracht 4 op blz. 31
  • Noteer per onderstreept woord of het een lidwoord is of geen lidwoord. 
  • Klaar? Ga naar pagina 60 en lees de theorie goed door. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 4 blz. 31 bespreken 
Houd netjes bij hoe je de opdracht hebt gemaakt
Zet een krul als het goed is of verbeter je antwoord. 

Slide 14 - Slide

Bijvoeglijk 
naamwoord, wat is dat?

Slide 15 - Mind map

Vul een woord in op de puntjes.
Het is een ... eend.

Slide 16 - Mind map

Bijvoeglijk naamwoord 
  • geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord
  • een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof iets is gemaakt. Het eindigt bijna altijd op -en
  • Het kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan.
  • Het heeft een korte en een lange vorm (-e)
    Een mooi huis - het mooie huis 

Slide 17 - Slide

Sleep alle woorden naar het juiste vak.
Dit is een bijvoeglijk naamwoord.
Dit is geen bijvoeglijk naamwoord.
huis
leuk
buurt
Utrecht
verbaasd
ronde
ramen
geverfde

Slide 18 - Drag question

Huiswerk voor de volgende les 
Maak opdracht 4 op blz. 61 voor de volgende les. 

Slide 19 - Slide