Bs. 4 - Gaswisseling bij dieren

In de afbeelding is een deel van de wand van het ademhalingsstelsel van de mens sterk vergroot getekend.

Hoe wordt onderdeel 3 genoemd?
A
bloedvat
B
slijmlaag
C
slijmproducerende cel
D
trilhaarcel
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

In de afbeelding is een deel van de wand van het ademhalingsstelsel van de mens sterk vergroot getekend.

Hoe wordt onderdeel 3 genoemd?
A
bloedvat
B
slijmlaag
C
slijmproducerende cel
D
trilhaarcel

Slide 1 - Quiz

Welke delen van het ademhalingsstelsel zijn verstevigd door kraakbeenringen.

A
Longblaasjes en bronchiën
B
Strottenhoofd en luchtpijp
C
Bronchiën en luchtpijp

Slide 2 - Quiz

De bronchiën worden smaller; plotselinge benauwdheid bij prikkeling van de luchtwegen
blijvende ontsteking van de bronchiën waardoor ademhalen moeilijker gaat
beschadiging van de longblaasjes waardoor minder zuurstof wordt opgenomen in het bloed
allergie voor stuifmeel (pollen)
chronische bronchitis en longemfyseem
astma
chronische bronchitis
longemfyseem
hooikoorts
COPD

Slide 3 - Drag question

Leerdoelen
  • Na de les ken je drie soorten ademhalingsorganen van dieren
  • Na de les kun je van alle drie de organen uitleggen hoe gaswisseling erin plaatsvind

Slide 4 - Slide

Longen
Zoogdieren, reptielen en vogels hebben longen

Zoogdieren die in het water leven moeten regelmatig bovenwater komen om te ademen

Reptielen hebben minder lucht nodig omdat ze hun lichaamstemperatuur niet op pijl hoeven houden

Slide 5 - Slide

Kieuwen

Slide 6 - Slide

Tracheeën

Slide 7 - Slide

Amfibieën
Jonge amfibieën zoals kikkers hebben kieuwen

Later ontwikkelen ze longen

Hun hele leven lang kunnen ze ademen door hun huid

Zuurstof kan zonder moeite door het celmembraan heen

Slide 8 - Slide

Opdrachten maken
Maak opgaven:
27 t/m 33

Begrippen:
Kieuwen, tracheeën en stigma's

Slide 9 - Slide

celmembraan
kieuwen
longen
tracheeën

Slide 10 - Drag question