V2 - Woche 35 - Stunde 3

V2 - Woche 35 - Stunde 3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

V2 - Woche 35 - Stunde 3

Slide 1 - Slide

Planung

Wiederholung 
  • Personalpronomen & sein

Wochenaufgaben abschließen

Bingo 0 - 20



Ziele

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D actief gebruiken.

  • Je kunt het werkwoord sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

  • Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken




Slide 2 - Slide

Welche 2 Personalpronomen fehlen noch?
ich
du
er
sie
wir
ihr
sie

Slide 3 - Drag question

ik
ich
jij
du
hij
Hans
zij
Petra
het
paard
men
man
wij
de man en ik
jullie
ihr
zij
de zus en haar vriendin
u
Sie
enkelvoud
meervoud
Een persoonlijk voornaamwoord kan je vaak in plaats van een zelfstandig naamwoord gebruiken. Bijvoorbeeld: 

Slide 4 - Slide

Welk persoonlijk voornaamwoord kan je in de plaats zetten van 'Peter'?

Peter wohnt in der Bahnhofstraße.
A
ich
B
sie
C
er
D
es

Slide 5 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord kan je in de plaats zetten van 'Felix und Anna'?

Felix und Anna sind beide 14 Jahre alt.
A
sie (mv)
B
sie (ev)
C
Sie
D
ihr

Slide 6 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord kan je in de plaats zetten van 'das Buch'?

Ich finde das Buch schön (leuk).
A
ich
B
er
C
wir
D
es

Slide 7 - Quiz

Welk persoonlijk voornaamwoord kan je in de plaats zetten van 'Frau Müller und ich'?

Frau Müller und ich lesen gern.
A
ihr
B
sie (mv)
C
wir
D
sie (ev)

Slide 8 - Quiz

Personalpronomen
In het Duits kennen we de persoonlijk voornaamwoorden:
Let op: 'sie' komt 3x voor! (zij, zij mv, u). U vorm is met hoofdletter.


wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
*men = man

Slide 9 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord sein in:

Das ... mein Hund Felix.

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord sein in:

Wir .... Paula und Laura.

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord sein in:

Eline und Amber ... meine Freundinnen.

Slide 12 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord sein in:

Herr Ullrich, ... Sie der Opa von Lukas?

Slide 13 - Open question

Wochenaufgaben abschließen
Machen: K1
  • Paragraf C: Lesen (boek)
  • Paragraf D: Grammatik (online, 80% of >)
Lernen: K1
  • online Slim Stampen Paragraf C (80% of >)
  • online Slim Stampen Paragraf B Kies 2 & Invul 2 (80% of >)
  • online Slim Stampen Paragraf D (80% of >)


Klaar = 
  • Paragraf B verbeteren (80%)
  • Slim Stampen kies 3 & invul 3
  • Slim Stampen: Lernliste D-N & N-D

Slide 14 - Slide

BINGO 0 -20

  • Noteer getallen 0 - 20. Schrijf ze voluit in het Duits
    (9 getallen 3X3)

  •  Voor Bingo moet je de getallen juist geschreven hebben! 

  • Bij valse bingo Duits liedje zingen ;) 

Slide 15 - Slide

Weektaak deze week af voor eerste les
Af: K1

  • (Buch) Paragraf C: Lesen
  • (Online) Paragraf D: Grammatik (80% of >)
Kennen: K1
  • (online) Slim Stampen Paragraf C (80% of >)
  • (online) Slim Stampen Paragraf B Kies 2 & Invul 2 (80% of >)
  • (online) Slim Stampen Paragraf D (80% of >)

Slide 16 - Slide

nächste Stunde
Wochenaufgaben checken und besprechen

Wiederholung: 
  • Wortschatz N-D & D-N 
  • Grammatik: Personalpronomen + sein (o.t.t.) 

Paragraf E: Sprechen

Slide 17 - Slide