1.2a De Nederlandse industrie

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Telefoon in de tas
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom
Opgeladen laptop op je tafel
Telefoon in de tas
Tas op het rek en Jas in je kluis/ aan de kapstok

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag leren?
Bijna alles wat je in de winkel koopt is gemaakt in een fabriek. Sommige daarvan staan in Nederland en verkopen ook producten aan het buitenland. 
Hoe ziet de industrie in Nederland eruit?

Leerdoel: Hoe ziet de industrie in Nederland eruit?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat zijn grondstoffen?
A
Stoffen die uit de grond komen.
B
Stoffen die we aan de grond toevoegen.
C
Stoffen die we gebruiken om iets van te maken.
D
Stoffen die op de grond liggen.

Slide 6 - Quiz

Stukgoederen

Massagoederen

Slide 7 - Drag question

Wat valt niet onder massagoederen?
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Ijzererts
D
Televisies

Slide 8 - Quiz

Deze iPad is een voorbeeld van een.....
A
Massagoederen
B
Stukgoederen

Slide 9 - Quiz

wat zijn massagoederen
A
olie
B
computers
C
speelgoed
D
fietsen

Slide 10 - Quiz

wat zijn stukgoederen
A
kapotte goederen
B
goederen die per stuk worden vervoerd
C
goederen om het plafond te stucen
D
goederen die in engeland vast staan stuck

Slide 11 - Quiz

Veel materialen zijn gemaakt van grondstoffen. Wat zijn grondstoffen?
A
Stoffen die in de zee worden gevonden
B
Stoffen die in het bos worden gevonden
C
Stoffen die in de natuur worden gevonden
D
Stoffen die in de kledingkast worden gevonden

Slide 12 - Quiz

Wat zijn grondstoffen?
A
aardolie, aardgas, hout en water
B
hout, water, aardolie en aluminium
C
benzine, aardgas, water en hout
D
zonne-energie, water, wind en aardgas

Slide 13 - Quiz

Stukgoederen hoort bij ....
A
containervervoer
B
bulkvervoer

Slide 14 - Quiz

Grondstoffen
Product

Slide 15 - Drag question

Wat voor goederen zijn dit? Sleep ze naar het goede vak.
Massagoederen
Stukgoederen
bananen
steenkool
scooters
auto's
olie
graan

Slide 16 - Drag question

Stukgoederen
Massagoederen
Bananen
Steenkool
Graan
Scooters
IJzererts
Auto's

Slide 17 - Drag question

Begrippen
Afzetmarkt:                    Gebied waar je een product kunt verkopen.
Agglomeratie-effect:      Het effect dat bedrijven voordeel hebben van elkaars diensten en producten 
                                        en daarom bij elkaar willen zitten.
Arbeidsmarkt:                 Het geheel van vraag en aanbod van werk. Werkgevers bieden werk aan, 
                                        werkzoekenden zoeken werk.
Industriële inertie:          Het verschijnsel dat bedrijven niet verhuizen als de oorspronkelijke 
                                        vestigingsplaatsfactoren niet meer gelden.
Massagoed:                     Goederen die los in het ruim van een vervoermiddel worden gestort.
Multinational:                  Een bedrijf met vestigingen over de hele wereld.
Stukgoed:                         Apart verpakte goederen, die in grote hoeveelheden meestal in containers worden vervoerd.
Vestigingsplaatsfactor:     Reden waarom een bedrijf zich op een bepaalde plaats vestigt.

Slide 18 - Slide

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt vestigingsplaatsfactoren noemen van verschillende soorten industrie.
  • Je kunt twee redenen geven waarom industrie vaak in steden is gevestigd.
  • Je kunt voorbeelden geven van Nederlandse multinationals en uitleggen wat het belang is van de vestigingsplaats van een hoofdkantoor.

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §1.2 in Learnbeat

Slide 20 - Slide