This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 2
bellen en mailen
Slide 1 - Slide
's avonds
in de avond
van 18.00 - 0.00 uur
zin: Ik drink 's avonds altijd melk.
zin: 's Avonds is het donker.
2
Slide 2 - Slide
's middags
in de middag
van 12-18 uur
zin: De leerlingen zijn 's middags vrij.
3
Slide 3 - Slide
's nachts
in de nacht
van 0.00 - 6.00 uur
zin: Ik droom 's nachts leuke verhalen.
4
Slide 4 - Slide
straks
later
duurt nog even
zin: Straks mogen we naar huis.
zin: We gaan straks quizlet live doen.
38
Slide 5 - Slide
sturen
zorgen dat iemand iets krijgt
post of mensen
ik stuur - wij sturen
zin: Ik stuur een brief.
zin: Hij stuurt de man door naar het ziekenhuis.
39
Slide 6 - Slide
het telefoonnummer
de cijfers die je indrukt op een telefoon om iemand op te bellen
telefoonnummers
zin: Geef nooit je telefoonnummer aan iemand die je niet kent.
39
Slide 7 - Slide
Ik ga ................. niet naar school.
2
A
's mogens
B
's morgens
C
's avonds
D
's avons
Slide 8 - Quiz
We zijn om 14.20 uur klaar op school. Het is dan ................
3
A
's nachts
B
's middags
C
's ochtends
D
's avonds
Slide 9 - Quiz
Zoek het goede woord voor : in de middag
3
A
smiddags
B
s' middags
C
's middags
D
's midags
Slide 10 - Quiz
De tijd tussen 0:00 - 6:00 uur
4
A
's nachs
B
s'nachts
C
's morgens
D
's nachts
Slide 11 - Quiz
Maak een zin met het woord: 's nachts
4
Slide 12 - Open question
Ik ga niet nu maar .................. naar de wc.
38
A
september
B
nooit
C
straks
D
starks
Slide 13 - Quiz
Het woord 'straks' betekent :
38
Slide 14 - Open question
Wat of wie kun je sturen ?
39
A
je broertje
B
een What's app bericht
C
de groeten
D
een mail
Slide 15 - Quiz
Schrijf de 6 goede vormen van het werkwoord 'sturen': ik ........, jij ...... , hij/zij ..........., wij ............, jullie..........., zij .............