This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Zelfmanagement
Slide 1 - Slide
Planning
Definitie zelfmanagement
Kenmerk van zelfmanagementondersteuning
Rol van de verpleegkundige
5 stappen om zelfmanagement te stimuleren
Zelfmanagement bij ouderen
Dilemma's en stellingen
Slide 2 - Slide
Aan welke woorden/termen denken jullie bij zelfmanagement bij ouderen?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Definitie zelfmanagement
Onder zelfmanagement verstaan we dat mensen met een chronische ziekte zelf de regie voeren over hun leven met de ziekte en de behandeling daarvan.
Bron: Het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (Nivel)
Slide 5 - Slide
Zelfredzaamheid en zelfmanagement
Zelfredzaamheid: ADL, Zelfstandig kunnen functioneren
Zelfmanagement: Een (kwalitatief) goed leven hebben met een ziekte. ( eigen regie)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Vaardigheden zorgvrager
- Inzicht hebben in hun ziekte of aandoening
- Vaardigheden hebben om problemen op te lossen
- In staat zijn om besluiten te nemen
- Hulpbronnen kunnen vinden en gebruiken
- Een relatie kunnen aangaan met zorgverleners
- Actie kunnen ondernemen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Slide
Dilemma's en stellingen
Slide 12 - Slide
Autonomie van de zorgvrager versus gezondheid bevorderen.
Autonomie
Gezondheid bevorderen
Slide 13 - Poll
Zorgen voor de patiënt versus activeren van de patiënt
Zorgen voor de patient
Activeren van de patiënt
Slide 14 - Poll
Zelfmanagement bevorderen vind ik het meest belangrijk als het gaat om het……..
A
zoeken naar mogelijkheden van ondersteuning van mantelzorg en/of zorgvoorzieningen
B
in de gaten houden van de eigen gezondheid bijv. het meten van suiker of bloeddruk door patiënt zelf
C
maken van keuzes en beslissingen over de behandeling
D
zo zelfstandig mogelijk kunnen leven
Slide 15 - Quiz
Wat doe je als een oudere patiënt niet uit bed wil komen om te wassen in de wasruimte. Neem je dan ADL-taken over als je tegelijkertijd weet dat het voor de gezondheid van de patiënt goed is om zoveel mogelijk zelf actief te blijven?
A
je gaat in gesprek en probeert haar over te halen zodat ze toch zelfstandig blijft
B
je gaat in gesprek en probeert te achterhalen wat ze zelf wilt
C
je verteld nogmaals welke consequenties het heeft als ze niet wilt revalideren.