2HV Blok 4 Lezen 2 Zins- en alineaverbanden Opdracht 5

Lezen Blok 4
Zins- en alineaverbanden

Signaalwoorden
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen Blok 4
Zins- en alineaverbanden

Signaalwoorden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les van vandaag en doelen
Theorie van Blok 4 over zins- en alineaverbanden 
toepassen in opdracht 5.

Doel: 
Je kunt de verschillende verbindingsmanieren 
tussen alinea's herkennen en het verband 
tussen de verschillende alinea's uitleggen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke vier verbindingsmanieren
tussen alinea's weet je nu?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Verbindingsmanieren
  1. Het gebruik van signaalwoorden
  2. Herhaling woord/woordgroepen
  3. Overgangszinnen met verwijzing
  4. Aankondigende zinnen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Tekst Wachten

Pak je boek, je schrift 
en je device.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3. Welke manier(en) om de tekst in te leiden gebruikt de schrijver in de inleiding?
A
het onderwerp aankondigen
B
een anekdote vertellen
C
een of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

4. Moeilijke woorden/uitdrukkingen 
je focussen
aspect
billijkheid
onbillijk
appels met
peren
vergelijken
je richten op

deel
twee onvergelijk-bare dingen vergelijken

redelijk-heid 

oneerlijk

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Vraag 5 - verwijswoorden

a. Dat (regel 5)                       een half uur per dag
b. Dat (regel 16)                     jij komt op tijd en de andere partij laat                                                        je wachten  
c. wat (regel 17)                    voorkruipen
d. wat (regel 34)                   iets

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

6a. Op welke manier heeft de schrijver
alinea 2 en 3 verbonden en met welk woord?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

6b. Op welke manier heeft de schrijver
alinea 3 en 4 verbonden en met welk woord?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

6c. Op welke manier heeft de schrijver
alinea 4 en 5 verbonden en met welk woord?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

6d. Op welke manier heeft de schrijver
alinea 5 en 6 verbonden en met welk woord?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

7. Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
A
een korte samenvatting van de tekst
B
een conclusie van de tekst
C
een advies

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

8. Wat is de kernzin van alinea 2?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

9. Formuleer de kernzin van alinea 3?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Vraag 10
Hoofdzaak: 
Bij wachten speelt angst een rol.
Bijzaken: 
De rest van de alinea.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

11. Emotionele cocktail

Slide 17 - Mind map

Wachten is een emotionele cocktail van negatieve emoties als: 
  • wachttijd is verloren tijd
  • wachten gebeurt in saaie omgevingen
  • focussen op de klok 
  • Het zorgt voor onzekerheid en onevenwichtigheid. 
  • Wachten zorgt voor angst en controleverlies.
Vraag 12
Mensen zijn bereid te wachten als ze van tevoren weten dat ze moeten wachten. Je weet dat je voor de Droomvlucht moet wachten. Wachten op een YouTube-filmpje is niet wat je verwacht. Ook zijn er genoeg alternatieven.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat vind je moeilijk?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Huiswerk
Par. Lezen

Maken opdracht 
6 en 7 in eDition

Slide 20 - Slide

This item has no instructions