Planten Bs 2 bladeren

Vandaag
  • Start van de les / herhalen lesdoelen vorige les
  • Uitleg bladeren en huidmondjes 
  • Maken:
  • Bouw je eigen blad
  • Opdracht 1 t/m 10
Uitleg fotosynthese en glucose
Maken:
Opdracht 11 t/m 20
Opdracht 21 t/m 31
Afsluiten van de les

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag
  • Start van de les / herhalen lesdoelen vorige les
  • Uitleg bladeren en huidmondjes 
  • Maken:
  • Bouw je eigen blad
  • Opdracht 1 t/m 10
Uitleg fotosynthese en glucose
Maken:
Opdracht 11 t/m 20
Opdracht 21 t/m 31
Afsluiten van de les

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

herhalen:
Je kent de grove indeling van het plantenrijk
Je kunt de vaatbundels, houtvaten en bastvaten benoemen en omschrijven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vraag :Wat zijn bedektzadigen?
A
Planten die andere planten bedekken
B
Planten waarvan de zaden in de vrucht zijn opgesloten.
C
Planten die niet bedekt worden.
D
Planten zonder zaden.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bedektzadig of naaktzadig?
A
Bedektzadig
B
Naaktzadig

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Naaktzadig of bedektzadig?
A
Naaktzadig
B
Bedektzadig

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van vaatbundels?
A
Transport van water en voedingsstoffen
B
Vaatbundels geven kleur aan de plant
C
Fotosynthese
D
Opslaan van reservevoedsel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet hier een dwarsdoorsnede van een blad.

Welk type vaatbundels zijn in deze tekening blauw gekleurd?
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
Dat kun je niet zien

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vaatbundels lopen door
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een vaatbundel bestaat uit ...
A
houtvaten en nerfvaten
B
bastvaten en suikervaten
C
houtvaten, suikervaten en nerfvaten
D
bastvaten en houtvaten

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

lesdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe planten hun stevigheid krijgen
  • Je kan de fotosynthese dromen
  • Je weet wat het belang van fotosynthese is
  • Je kan een experiment bedenken met fotosynthese in de hoofdrol
  • Je kan de assimilatie bij planten beschrijven
  • Je weet hoe een blad is opgebouwd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

fotosynthese

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

dwarsdoorsnede blad 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

huidmondjes 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bladgroenkorrels

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bouw je eigen blad
Tips:
Epidermis = opperhuid (boven en beneden)
Parachym = vul weefsel met bladgroenkorrels
Klaar: Opdracht 1 t/m 10

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

dwarsdoorsnede blad 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stevigheid
Sommige planten zijn stevig door water. Als ze niet genoeg water krijgen gaan ze slap hangen.
Houtachtige planten zijn stevig door houtcellen en vezels.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

KRUIDACHTIGE PLANT 
* stevig door water in vacuole wat tegen celwand aandrukt

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Functie van een blad
Het doel van een blad. 
Waarom heeft het blad een vacuole?
Waarom heeft een blad huidmondjes?

Slide 23 - Slide

De taak van een blad is voedsel produceren voor de plant. Dit doen ze door fotosynthese. Maar om dit goed te kunnen doen moeten de bladeren veel zonlicht kunnen opvangen en moet een plant voldoende gassen kunnen wisselen. Daarom kijken we nu even wat beter naar hoe planten zonder botten recht op kunnen staan en naar de huidmondjes die de hoeveelheid gas in een blad regelen. 

Een kruidachtige plant zoals een madeliefje of een viooltje, hebben geen stevigheid door een stam of bast. Hoe kunnen deze planten dan toch rechtop staan? Dit komt door de vacuole in de cel. Dit is een blaasje gevuld met vocht. Dit blaasje drukt tegen de wanden van de cel zodat hij mooi in vorm blijft en stevigheid krijgt. Zo kunnen planten rechtop staan. Krijgt de plant te weinig water dan verdwijnt het water uit de vacuoles en dan gaan de bladeren slap hangen. 

Nu gaan we kijken naar de huidmondjes. Dit zijn openingen in het blad waardoor lucht naar binnen kan stromen. Voor fotosynthese hebben planten koolstofdioxide nodig, ook komt er zuurstof vrij dit moet ook weer weg kunnen. 
Maar er verdampt ook veel water door de bladeren en dit kan er voor zorgen dat een plant veel meer water nodig heeft. 

Daarom is belangrijk dat de huidmondjes op bepaalde momenten ook kunnen sluiten. Bijvoorbeeld als  het warm is, of erg droog. De huidmondjes kunnen sluiten omdat er vacuoles in de huidmondjes zitten. Als een blad te veel vocht verliest worden de vacuoles kleiner. de druk op de cel wanden verdwijnt en hierdoor sluit het huidmondje. Nu verbruikt een plant minder water, omdat het niet meer uit de bladeren verdampt. Maar er komt ook geen CO2 meer in het blad. Als er weer meer vocht in de balderen komt of de omgeving afkoelt komt er weer meer vocht in de huidmondjes en gaan deze weer open. Ze gaan weer open als de vacuoles worden gevuld met vocht. Zo kan een plant regelen hoeveel vocht hij verliest maar ook hoeveel koolstofdioxide hij binnenkrijgt. 
stevigheid door water ( vacuole)
stevigheid door houtvaten (dikke celwanden en cellulose)
stevigheid door vezels ( rondom vaatbundels)
Hoe krijgt een plant stevigheid? 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Maken
Opdrachten 1 t/m 10

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen gehaald? 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

bedenk een experiment met fotosynthese in de hoofdrol

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
T1
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

fotosynthese is een....
A
assimilatie proces
B
dissimilatie proces

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komt koolstofdioxide het blad in?
A
Via de huidmondjes
B
Via de nerf
C
Via de wortels

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van nerven in een blad?
A
Het blad stevig houden
B
Water vervoeren
C
Gassen uitwisselen
D
Licht opvangen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

wat is de functie van het blad van een zaadplant
A
fotosynthese(glucose)maken
B
opslag reservevoedsel
C
voortplanting
D
vastzetten in de bodem

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions