4.1 Een stroomkring maken

Elektriciteit
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Elektriciteit

Slide 1 - Slide

Toets dit hoofdstuk

Proefwerk telt 3 x
NIET herkansbaar

Slide 2 - Slide

Deze les:
Wat is een stroomkring?
Hoe tekenen we die?
Wat is een geleider en wat een isolator?
Stroomsterkte: in welke eenheid?
Omrekenen...
Wat is een LED?

Slide 3 - Slide

Stroom
Stroom stroomt door de draden. Door het ene draadje naar het lampje en door het andere draadje weer terug. Zolang er stroom op het draad staat, blijft dit nonstop doorgaan. 
Lading
Stroom is een lading dat door het metaal van het draad stroomt, het metaal "geleid". De lading, negatieve elektronen, geeft energie af aan het lampje waardoor die brandt. De lading verandert hierdoor niet, maar blijft gelijk.
Wanneer het lampje stuk gaat, of de schakelaar gaat uit, dan stopt de stroom met stromen en gaat het lampje uit.

Slide 4 - Slide

Stroomkring in een lamp

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Maak de QUIZ
https://quiz.ntr.nl/quiz/start/quiz_id/245
Je mag het filmpje opnieuw kijken met oortjes in

Slide 7 - Slide

Stroomkring moet gesloten zijn om stroom te laten lopen

Slide 8 - Slide

Regels schakeling tekenen 
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn


Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Slide 9 - Slide


Onderdelen Stroomkring
1. Elektriciteit: Alle stoffen bestaan uit elektrische deeltjes. Als deze gaan stromen dan hebben we elektriciteit.

2. Spanningsbron: Brengt elektrische deeltjes in beweging en geeft ze energie mee. Vb. Batterij, accu of zonnecel.

3. Geleiders: Een stof waar makkelijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. metalen en water.

4. Isolator: Een stof waar moeilijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. plastic, glas of hout.

5. Verbruiker: Dat gebruikt de elektrische energie. Vb. Lampje zet elektrische energie om in warmte en licht.

Slide 10 - Slide

Geleider of Isolator?
Een geleider geeft de elektriciteit goed door. 

Een isolator geeft de elektriciteit niet goed door. 

Slide 11 - Slide

Isolatoren
  • Rubber
  • Glas
  • Meeste kunststoffen
  • Papier
  • Hout

Bijna alle stoffen die niet metaal zijn functioneren als isolator

Slide 12 - Slide

Stroomsterkte
Door een stroomkring loopt een stroom.
De stroomsterkte geeft aan hoe groot de stroom is.
De stroomsterkte wordt aangegeven met de eenheid Ampère

Grootheid = Stroomsterkte = I
Eenheid = Ampère = A

Slide 13 - Slide

Omrekenen
  • 1 m = ............... mm
  • 1 A = ................ mA

  • 1 mm = ............... m
  • 1 mA = ............... A

Slide 14 - Slide

Stroomsterkte aflezen
Sommige meters zijn niet duidelijk af te 
lezen. Je moet eerst goed kijken hoe het 
is aangesloten. Hier: het rode snoer zit in 
de 0,5 A. Dus maximaal 0,5 A. 
Maar in het display zie je verschillende 
schalen. Je moet voor deze meting de middelste schaal gebruiken, die net onder de streepjes staat (hier zie je max. 0,5 staan). Dan pas aflezen. Bij deze meter geeft het dus 0,3 A aan. Hierna volgen 2 filmpjes om het verder duidelijk te maken.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Wat is een LED?
LED = Light Emitting Diode (Lichtgevende diode)
        => één richtingsverkeer




     Zonder pijltjes:  geen licht  =  diode

Slide 18 - Slide

Wordt de stroom doorgelaten?

Slide 19 - Slide

Wordt de stroom doorgelaten?

Slide 20 - Slide

Wordt de stroom doorgelaten?

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Opgaven 1 t/m 10
van H4.1

Slide 22 - Slide

Waar of Niet waar?

Slide 23 - Slide

Stelling 1: De symbolen in schakelschema's zijn overal ter wereld hetzelfde?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Stelling 2: In een open stroomkring kan elektrische stroom lopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Stelling 3: Een accu heeft een plus- en een minpool
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Stelling 4: Een isolator laat elektrische stroom er makkelijk doorheen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Een spanningsbron geeft elektrische deeltjes energie en zet ze in beweging.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Het symbool voor stroomsterkte is .....
A
P
B
U
C
I
D
t

Slide 29 - Quiz

De eenheid van Stroomsterkte is?
A
V
B
I
C
A
D
U

Slide 30 - Quiz

Een isolator houdt de stroom tegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Koper is een isolator
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een isolator?
A
zilver
B
papier
C
goud
D
koolstof

Slide 33 - Quiz

Een geleider geeft de stroom goed door
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

Schrikdraad is een goede geleider
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quiz

Het handvat van schrikdraad is een goede geleider.
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quiz

Een voorbeeld van een geleider is
A
Kopje
B
Metalen lepel
C
Bord
D
Glas

Slide 37 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een geleider?
A
rubber
B
hout
C
lood
D
wol

Slide 38 - Quiz

De stroom in een stroomkring loopt altijd van:
A
- naar +
B
x naar y
C
y naar x
D
+ naar -

Slide 39 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een geleider?
A
rubber
B
hout
C
lood
D
wol

Slide 40 - Quiz

Welk van onderstaande stof is een isolator?
A
zilver
B
papier
C
goud
D
koolstof

Slide 41 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun me een stroomkring op een nette manier onderbreken!
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar

Slide 42 - Quiz

In welke eenheid wordt stroom gemeten?
A
Ampère
B
Spanning
C
Aapjes
D
Volt

Slide 43 - Quiz

Welke stroomsterkte geeft de meter aan?
A
10,8 A
B
10,8 mA

Slide 44 - Quiz

Om schakelingen te verduidelijken worden er overzichtelijke tekeningen gemaakt. Hoe noem je zo'n overzichtelijke tekening?
A
serieschema
B
parallelschema
C
schakelschema

Slide 45 - Quiz

Teken het stroomschema
van deze schakeling met de juiste
symbolen, dan foto ervan inleveren.

Slide 46 - Open question

Opdrachten
Maak de opgaven van:

H4
paragraaf 1
opgaven 1 t/m 13

Slide 47 - Slide