week 19 les 2

¡Buenos días!
Hoy es .................................., 9 de ......................
¿Qué vamos a hacer? Planificación
  • Evaluatie leerdoel A en C, lesbrieven (werkwoorden!!)
  • Leerdoel B: voorkeur en mening geven
  • Practicar "Spreekvaardigheid"
Schrift en pen bij de hand!!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Hoy es .................................., 9 de ......................
¿Qué vamos a hacer? Planificación
  • Evaluatie leerdoel A en C, lesbrieven (werkwoorden!!)
  • Leerdoel B: voorkeur en mening geven
  • Practicar "Spreekvaardigheid"
Schrift en pen bij de hand!!

Slide 1 - Slide

Saludar y presentar
Welke nieuwe begroetingen heb je geleerd?

Welke zinnen om persoonlijke informatie te vragen waren nieuw?
Buenas
nos vemos
chao
¿Qué te cuentas?
¿Cómo va?
¿Todo bien?
Que pases un buen día.
Que vaya bien.
Que duermes bien.
¿A qué te dedicas?
¿Cuál es tu número de teléfono?

Slide 2 - Slide

Leerdoel B
Voorkeur geven: Hoe vraag je bijvoorbeeld wat iemands favoriete dier is?

En wat iemands favoriete gerecht is?

En wat iemands favoriete sport is?
¿Cuál es tu animal favorito?
¿Cuál es tu comida favorita?
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 3 - Slide

Leerdoel B
Mening geven: 
Welke manieren heb je geleerd om je mening te geven. (ik denk dat/ik geloof dat/ik ben van mening dat/voor mij....)


Creo que, pienso que, para mí, opino que, en mi opinion

Slide 4 - Slide

Leerdoel B
Bijvoeglijke naamwoorden om je mening te geven:
  • fantástico
  • maravilloso
  • genial
  • divertido
  • interesante
  • aburrido
  • horrible

Slide 5 - Slide

Leerdoel B
Para mí el español es fantástico. 
Wat zeg je als je het daarmee eens bent?


En als je het er niet mee eens bent? 
Para mí también.
Sí, es verdad.
Creo que sí.
Para mí, no.
No, no es verdad.
Creo que no.

Slide 6 - Slide

A practicar: ¡Vamos a hablar!

Slide 7 - Slide

Een fantasiepersoon:
Schrijf op een los blaadje in het Spaans. Je mag een naam verzinnen maar hou je voor de rest aan wat je geleerd hebt. 
  • een naam
  • een leeftijd (realistisch!!!)
  • verjaardag
  • een nationaliteit
  • een beroep
  • een woonplaats

Slide 8 - Slide

Ruil het blaadje nu met je buurman/-vrouw.

Slide 9 - Slide

Schrijf op het blaadje wat je gekregen hebt in het Spaans:
  • een sport
  • een dier
  • eten/een gerecht
  • 4 bijvoeglijke naamwoorden die een mening aangeven.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

binnencirkel/buitencirkel

Slide 12 - Slide

Voer een gesprek en gebruik daarvoor de gegevens op je blaadje. Zorg voor interactie!!
  • elkaar begroeten
  • voorstellen
  • leeftijd vragen en zeggen
  • Vragen wanneer de ander jarig is
  • vragen waar de ander woont
  • vragen waar de ander vandaan komt
  • vraag en zeg wat je favoriete sport/dier/eten is
  • zeggen wat je van Spaans, voetbal, Donald Trump, Famke Louise vindt
  • reageer op de ander

Slide 13 - Slide

¿Cómo es tu casa?
Describe tu casa a tu compañero/-a.
¿Cómo es?
¿Cuántas habitaciones hay? ¿Cuáles?
¿Qué muebles hay?
¿Qué colores?

Slide 14 - Slide

Estudiar Quizlet
Presentación de unos diálogos.
Welke leerdoelen verdienen nog extra aandacht?

Slide 15 - Slide