week 12 - repaso

Buenos días
  • SO bespreken
  • Huiswerk nakijken
  • Repaso 
  • Escuchar
Jueves, 24 de marzo
1 / 39
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
  • SO bespreken
  • Huiswerk nakijken
  • Repaso 
  • Escuchar
Jueves, 24 de marzo

Slide 1 - Slide

SO bespreken

Slide 2 - Slide

Corregir los deberes
libro de ejercicios: 2.15 a en b, 2.16, 2.17 

Slide 3 - Slide

Tarea 1
Hoe vraag je naar iemands voorkeur?


Hoe geef je antwoord? 
Hablar de prefencia
¿Cuál es tu ..................... favorito/a?
Mi ............... favorito/a es....................

Slide 4 - Slide

Hoe kun je in het Spaans je mening geven?


Hoe kun je reageren op een mening?

Dar opinión
Creo que ............ es .................
Yo también.
Yo no.
Sí, es verdad.
No, no es verdad.
Creo que sí.

Slide 5 - Slide

Traduce
  1. Wat is je favoriete dier?
  2. Mijn favoriete dier is een hond.
  3. Wat is je favoriete eten?
  4. Mijn favoriete eten is pizza?
  5. Ik vind dat Spaans interessant is.
  6. Ik vind dat klassieke muziek saai is.
  7. Ik ook. 

Slide 6 - Slide

Uitwerking
  1. ¿Cuál es tu animal favorito?
  2. Mi animal favorito es un perro.
  3. ¿Cuál es tu comida favorita? 
  4. Mi comida favorita es pizza.
  5. Creo que el español es interessante.
  6. Creo que la música clásica es aburrida.
  7. Yo también.

Slide 7 - Slide

Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?
-o wordt -a bij een vrouwelijk zelfst. nw.
-e en medeklinker zijn onveranderlijk
Ze staan achter het zelfstandig naamwoord.
Leerdoel: bijvoeglijk nw.

Slide 8 - Slide

Wat weet je nog over het meervoud?
klinker + -s
medeklinker + -es
het lidwoord moet ook in het meervoud gezet worden
Meervoud

Slide 9 - Slide

la casa
A
blanco
B
blanca
C
blancos
D
blancas

Slide 10 - Quiz

el comedor
A
bonito
B
bonita
C
bonitos
D
bonitas

Slide 11 - Quiz

las sillas
A
amarillo
B
amarilla
C
amarillos
D
amarillas

Slide 12 - Quiz

la mesa
A
moderno
B
moderna
C
modernos
D
modernas

Slide 13 - Quiz

la cocina
A
verde
B
verda
C
verdes
D
verdas

Slide 14 - Quiz

zet in het meervoud:
el comedor grande

Slide 15 - Open question

zet in het meervoud
el libro interesante

Slide 16 - Open question

zet in het meervoud
la mochila azul

Slide 17 - Open question

zet in het meervoud
la chica inteligente

Slide 18 - Open question

Traduce:
  1. Ik heb een groot huis.
  2. Mijn huis heeft een woonkamer, een keuken, 3 slaapkamers en een badkamer.
  3. De keuken is rood.
  4. De badkamer is wit.
  5. Het bed, de kast en de tafel staan in mijn slaapkamer. 
  6. Mijn slaapkamer is groen en wit.  

Slide 19 - Slide

Uitwerking
  1. Tengo una casa grande.
  2. Mi casa tiene un dormitorio, una cocina, tres dormitorios y un cuarto de baño.
  3. La cocina es roja.
  4. El cuarto de baño es blanco.
  5. La cama, el armario y la mesa están en mi dormitorio.
  6. Mi dormitorio es verde y blanco. 

Slide 20 - Slide

Gustar
Wat weet je nog van gustar?
gusta + zelfstandig nw. enkelvoud
gusta + werkwoord
gustan + zelfstandig nw. meervoud
(A mí) me
(A tí) te
Gustar

Slide 21 - Slide

¿A tí ........................... los perros?

Slide 22 - Open question

A mí ...................... escuchar música.

Slide 23 - Open question

¿A tí .................... el fútbol?

Slide 24 - Open question

A mí................. hablar español.

Slide 25 - Open question

Leerdoelen

Bekijk de leerdoelen.
Waar heb je nog vragen over?
Módulo pág. 4, 5, 6

Slide 26 - Slide

Vamos a escuchar

Slide 27 - Slide

10

Slide 28 - Video

00:10
¿Cuántos años tiene Eva?
A
32
B
22
C
23
D
20

Slide 29 - Quiz

00:22
¿Cómo se llama?

Slide 30 - Open question

00:24
¿Cuántos años tiene la madre de Eva?
A
59
B
47
C
49
D
57

Slide 31 - Quiz

00:30
¿De dónde es?
A
de Madrid
B
de Valencia
C
de Bilbao
D
de Valladolid

Slide 32 - Quiz

00:41
¿Cuántos años tiene el padre de Eva?

Slide 33 - Open question

00:44
Es ................... de literatura en un instituto.

Slide 34 - Open question

00:47
¿De dónde es?
A
de Ponferrada
B
de Leon
C
de Valladolid
D
de Granada

Slide 35 - Quiz

01:10
¿Cuántos años tiene Lucía?

Slide 36 - Open question

01:55
¿Cuántos años tiene Javier?

Slide 37 - Open question

02:12
¿De dónde es?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide