H 3.2

3.2 Europa wordt christelijk
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Europa wordt christelijk

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik leer hoe het christendom in Europa werd verspreid.
Ik leer hoe de Germaanse cultuur bleef bestaan.
Ik leer  waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving.
Kenmerkend aspect: de verspreiding van het christendom in Europa

Slide 2 - Slide

Karel de Grote
A
Leenheer
B
Leenman

Slide 3 - Quiz

Waarom gingen de leenmannen de grond steeds meer als eigen bezit zien.

Slide 4 - Open question

Welk gevaar bedreigde later het Frankische rijk?

Slide 5 - Open question

Verspreiding van het christendom
690 na Chr. Geestelijken (personeel v.d. kerk) gingen naar Nederland om het christendom te verspreiden.
Koningen/keizer steunden deze missionarissen (boodschappers). De christelijke gebieden werden voor de koning/keizer.
Bij Germanen eerst veel verzet tegen christenen.
Christenen noemden Germanen heidenen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

kist met heilige voorwerpen op paard
Willibrord
Romeins puin
Frankische ridders
geestelijken
houten fortmuur
groot houten kruis
kerk

Slide 8 - Drag question

Verspreiding christendom
1000 na Chr. Europa bekeerd tot het christendom.
Mensen kregen steeds meer christelijke ideeën, bijvoorbeeld zonden (verkeerde dingen doen) was verkeerd, vond God niet goed.
Deze tijd is herkenbaar doordat het christendom werd verspreid.


Slide 9 - Slide

Vermenging van culturen
Christelijke feesten op Germaanse feestdagen te vieren.
Kerst: kerstboom (hadden de Germanen Midwinterfeest)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Christelijke feesten op Germaanse feestdagen
Pasen (opstanding Jezus uit de dood) werd op de tijd van het lentefeest gevierd

Slide 12 - Slide

Invloedrijke geestelijken
Belangrijke hoge geestelijken: paus, bisschop
Lage geestelijken: priester

Slide 13 - Slide

Geestelijken in een klooster
Abt: baas in een klooster
Monnik: geestelijk in een klooster. Hij doet het werk in het klooster en schrijft Bijbels en belangrijke geschriften over.

Abt en monniken: Bidden en werken.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Invloedrijke geestelijken
Geestelijken konden als enige lezen en schrijven.
Zij konden alleen over het geloof vertellen (konden Bijbel lezen).
Door deze beide oorzaken waren geestelijken invloedrijk.

Slide 16 - Slide

Sleep de uitleg op het juiste begrip!
Klooster
Monnik
Heiden
Geestelijke
Abt
Geestelijke die afgezonderd leeft
Woonplaats van monniken
Hoofd van het klooster
Godsdienstig leider
Iemand die niet het katholieke geloof heeft

Slide 17 - Drag question

Germanen wilden zich eerst niet bekeren tot het christendom.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Bonifatius bij Dokkum door de Friezen vermoord

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Waarom hakte Bonifatius de heilige eik om?
A
Omdat hij een hekel aan bomen had.
B
Om zo te laten zien dat hun goden goed waren.
C
Omdat ze dat stuk grond nodig hadden.
D
Om zo te laten zien dat hun goden niet bestonden.

Slide 21 - Quiz

Waarom werden christelijke feesten op Germaanse feestdagen gevierd?

Slide 22 - Open question

De kerstboom komt bij de..... vandaan
A
Romeinen
B
christenen
C
Germanen

Slide 23 - Quiz

Hoge geestelijke
A
priester
B
pastoor
C
bisschop
D
monnik

Slide 24 - Quiz

De Frankische koningen steunden de missionarissen.
A
Goed
B
Fout

Slide 25 - Quiz

Wie woont in een klooster?
A
priester
B
bisschop
C
paus
D
monnik

Slide 26 - Quiz

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 27 - Quiz

Kijk de opdr. 3.1 na.

Slide 28 - Slide