Schrijfvaardigheid: 2e klas, pensum 1 - De lezer boeien

Schrijfvaardigheid 2 V : Pensum 1 - De lezer boeien
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid 2 V : Pensum 1 - De lezer boeien

Slide 1 - Slide

Notities voor de docent:
Niet alle informatie is opgenomen in de slides. In dit notitieveld staat informatie die je bij deze presentatie kunt vertellen.
Boek van de week + zelfstandig lezen:
Te leen in de mediatheek!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer 1.1 - Les 1
Opstarten: 20 min.
  • 5 min. Boek van de week: Wind - Esther Walraven
  • 15 min. zelfstandig lezen uit je eigen leesboek
Klassikaal: 15 min.
  • Lessonup: B2 De lezer boeien
Individueel: 25 min.
  •  Lees blz. 220 – 221 & maak blz. 221, 222, 223 (opdr. 1 t/m 11)

Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd hoe je de lezer van je tekst kunt boeien door gebruik te maken van afwisselend taalgebruik, vergelijkingen en voorbeelden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schrijfvaardigheid: 2e klas, pensum 1 - De lezer boeien
Waarom wil je als schrijver de lezer boeien?
Als iets saai is is de kans groot dat de lezer eerder stopt met lezen of langzamer gaat lezen.
Met een tekst wil je iets bereiken. 
Je wilt een emotie oproepen of ergens van overtuigen.
Met de juiste technieken denkt de lezer: 'Dit herken ik, dit snap ik, dit raakt me.'

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat?
Voorbeelden
Vergelijkingen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden
Je maakt een tekst levendig door voorbeelden te gebruiken.
Saaie zin over een saaie les:
De les was saai.
Levendige zin over een saaie les:
Toen ik wakker werd op mijn bureau wist ik weer hoe saai ik de les Nederlands vind.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vergelijkingen
Met een vergelijking maak je de tekst aantrekkelijk door de werkelijkheid te vergelijken met een herkenbaar beeld.
Zij is zo rood als een tomaat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk: afwisseling!
Varieer in zinsbouw, zinslengte en woordkeuze.
Gebruik liever niet hetzelfde woord in twee zinnen na elkaar.
Wees creatief: er is altijd een alternatief te bedenken!
Dus niet:
De blije jongen van het Jordan at een appel in de pauze. De blije jongen at daarna een boterham. De jongen at ook nog een roze koek uit de automaat.

Maar:
De blije leerling van het Jordan at een appel in de pauze. Hij nam ook nog een boterham, om daarna zijn lunch af te sluiten met een heerlijke roze koek.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een aantrekkelijke start: aandacht trekken.
Introduceer het onderwerp van je tekst door een voorbeeld te geven. Dan gaat je onderwerp meer leven bij de lezer.

  • Anekdote
Tekst over dieren in je achtertuin:
Vorige week zat ik in mijn tuin 
en stal een eekhoorntje mijn nootjes.

  • Vraagvorm
Tekst over bananenplantages:
Waarom zijn de bananen krom? 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel: Ik heb geleerd hoe je de lezer van een tekst kunt boeien door gebruik te maken van afwisselend taalgebruik, vergelijkingen en voorbeelden.

Geef aan op een schaal van 1 tot 10.
0 = Ik snap er helemaal niets van...
10 = Ik snap het helemaal!


Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd welke soorten personages er zijn.
Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd aan welke elementen je moet denken bij het schrijven van een kerst- of winterverhaal.
010

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Laat met een emoji weten
wat je van deze les vond:
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

This item has no instructions