Les 10 de lezer boeien

Goedemiddag
A2I

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemiddag
A2I

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Terugblik vorige les
  2. Doel benoemen
  3. Instructie les 10: de lezer boeien
  4. Afsluiting 


Slide 2 - Slide

Waar of niet waar?
In het Nederlands kun je variëren in de opbouw van een zin.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Bedenk een zin met minimaal 8 woorden.
Maak van deze zin nog een variatie.

Slide 4 - Open question

Deel de volgende zin op in kortere zinnen en laat overbodige informatie weg:
In Amsterdam opende vorig jaar, op een plek vlakbij de door architect Jo Coenen ontworpen Openbare Bibliotheek, de eerste bioscoop ter wereld waar je virtual-realityfilms kunt kijken met een bril op die, als je niet weet wat het is, nog het meest weg heeft van een ouderwetse stereoscoop.

Slide 5 - Open question

Schrijfvaardigheid 10
De lezer boeien
Doel: Je leert hoe je je lezer boeit met voorbeelden, vergelijkingen en variatie.

Slide 6 - Slide

Schrijfvaardigheid: 2e klas, pensum 1 - De lezer boeien
Waarom wil je als schrijver de lezer boeien?
Als iets saai is is de kans groot dat de lezer eerder stopt met lezen of langzamer gaat lezen.
Met een tekst wil je iets bereiken. 
Je wilt een emotie oproepen of ergens van overtuigen.
Met de juiste technieken denkt de lezer: 'Dit herken ik, dit snap ik, dit raakt me.'

Slide 7 - Slide

Je tekst laten leven
  • Met een aantal technieken kun je zorgen dat je tekst voor de lezer meer gaat leven.
  1. Door voorbeelden te gebruiken
  2. Door vergelijkingen te gebruiken
  3. Door te variëren in taalgebruik (zinsbouw, zinslengte, synoniemen en verwijswoorden)

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
Je maakt een tekst levendiger door voorbeelden te gebruiken.
Voorbeelden zorgen voor herkenning bij de lezer. Roepen emotie op.
Saaie zin over een saaie les:
De les was saai.
Levendige zin over een saaie les:
Toen ik wakker werd op mijn bureau wist ik weer hoe saai ik de les Nederlands vind.

Slide 9 - Slide

Vergelijkingen
Met een vergelijking maak je de tekst aantrekkelijk door de werkelijkheid te vergelijken met een herkenbaar beeld.
Zij werd erg rood.                        maar         Zij is zo rood als een tomaat.

Slide 10 - Slide

Vergelijkingen

1. In de schoolbus zaten wij dicht op elkaar.
2. In de schoolbus zaten wij opeengepakt als haringen in een ton.

1. Veel studenten wonen in een huis met troep.
2. Veel studenten wonen in een zwijnenstal.

1. De zon scheen op mijn wangen (en ik vond het fijn).
2. De zon streelde mijn wangen.


Slide 11 - Slide

Belangrijk: afwisseling!
Varieer in zinsbouw, zinslengte en woordkeuze.
Gebruik liever niet hetzelfde woord in twee zinnen na elkaar.
Wees creatief: er is altijd een alternatief te bedenken!
Dus niet:
De blije jongen van het Jordan at een appel in de pauze. De blije jongen at daarna een boterham. De jongen at ook nog een roze koek uit de automaat.

Maar:
De blije leerling van het Jordan at een appel in de pauze. Hij nam ook nog een boterham, om daarna zijn lunch af te sluiten met een heerlijke roze koek.

Slide 12 - Slide

Een aantrekkelijke start: aandacht trekken.
Introduceer het onderwerp van je tekst door een voorbeeld te geven. Dan gaat je onderwerp meer leven bij de lezer.

  • Anekdote
Tekst over dieren in je achtertuin:
Vorige week zat ik in mijn tuin 
en stal een eekhoorntje mijn nootjes.

  • Vraagvorm
Tekst over bananenplantages:
Waarom zijn de bananen krom? 

Slide 13 - Slide

Zelf aan de slag
  • Maak les 9 opdracht 1, 2, 3A/B en 4A pagina 38 en 39.
  • Klaar? Ga beginnen met les 10 opdracht 1, 2, 3, 5 en 7.
  • Je mag zachtjes overleggen met je buur. 
  • Je maakt de opdrachten in je schrift!
  • Let op spelling en het maken van goede zinnen!

Slide 14 - Slide

Afsluiting (leerdoelcheck)
Ik weet hoe je je lezer boeit met voorbeelden, vergelijkingen en variatie.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll