Ordening in de biologie

Thema - Evolutie (Ordening)
Biologie:
Het ordenen van organismen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema - Evolutie (Ordening)
Biologie:
Het ordenen van organismen

Slide 1 - Slide

Ordenen


Een verzameling verdelen in groepen met hetzelfde kenmerk.


Slide 2 - Slide

Ordening in de biologie 

Organismen

4 grote groepen --> Rijken

Bacteriën 
Schimmels
Planten
Dieren

Slide 3 - Slide

Indeling vier rijken
Kenmerken

Celkernen
Celwanden
Bladgroenkorrels

Slide 4 - Slide

Celkern


Regelt alles wat er in een cel gebeurt.

Slide 5 - Slide

Celwand

Is een laagje om de cel heen die zorgt voor stevigheid.

Slide 6 - Slide

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.
Hier vindt de fotosynthese plaats.

Slide 7 - Slide

Bladgroenkorrels zijn plastiden.
Welke plastiden ken je nog meer?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk(e) rijk(en) hebben een celkern?
A
planten, dieren, schimmels en bacterien.
B
dieren, schimmels en bacterien.
C
planten en dieren
D
planten, dieren en schimmels

Slide 14 - Quiz

Welk(e) rijk(en) hebben geen celwand?
A
Schimmels
B
Dieren en schimmels
C
Dieren
D
Bacterien

Slide 15 - Quiz

De celbouw van de verschillende soorten micro-organismen wordt met elkaar vergeleken.
Welke organismen hebben een celkern?
A
alleen de algen en de bacteriën
B
alleen de algen en de pantoffeldiertjes
C
alleen de bacteriën en de pantoffeldiertjes
D
zowel de algen, de bacteriën als de pantoffeldiertjes

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

SOORTNAAM:

- Geslachtsnaam
- soortaanduiding
- (afkorting ontdekker)

Panthera tigris L.
Panthera leo L.
Wetenschappelijke
naamgeving

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Kun je het verschil tussen an-organische en organische stoffen noemen?
Kun je voorbeelden van an-organische en organische stoffen noemen?

Slide 22 - Slide

Je kunt het verschil tussen an-organische en organische stoffen noemen
Je kunt voorbeelden van an-organische en organische stoffen noemen

Slide 23 - Slide



Autotrofe organismen (groene planten/ cyanobacteriën)

Autotroof ("zelf voedend")


Autotroof:
an-organische stoffen (uit de bodem/lucht) --> organische stoffen

Zonlicht nodig voor Fotosynthese:
koolstofdioxide + water --> glucose + zuurstof


Slide 24 - Slide


Heterotrofe organismen: 
dieren/mensen, bacteriën en schimmels

Heterotroof ("zich van anderen voedend")
Het organisme is afhankelijk van andere organismen 


Heterotroof:
an-organische stoffen + organische stoffen (voedsel) --> organische stoffen

Slide 25 - Slide