This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H3 grammar lesson
REVIEW: the Passive
NEW SUBJECT: conjunctions
Slide 1 - Slide
The Passive (present simple, past simple)
Slide 2 - Slide
Wat is een passieve zin?
Een zin waarin het onderwerp iets ondergaat, dus zelf NIKS doet, bijvoorbeeld:
De deur wordt geopend
Slide 3 - Slide
Hoe ziet de passive eruit?
Een vorm van TO BE (en die betekent hier: WORDEN)
gevolgd door een voltooid deelwoord (werkwoord + ed, of het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden)
Slide 4 - Slide
Hoe maak je een zin passief?
KIJK GOED NAAR DE ACTIEVE ZIN (bv. I open the door)
WAT IS HET LIJDEND VOORWERP OF MEEWERKEND VOORWERP?
DIT WORDT HET ONDERWERP VAN DE LIJDENDE ZIN
VOORBEELD: I OPEN THE DOOR
LIJDEND VOORWERP: THE DOOR
Slide 5 - Slide
STAP 1: Wat is het lijdend voorwerp in deze zin: I open the door
Slide 6 - Open question
THE DOOR wordt dan het onderwerp in de passieve zin
Slide 7 - Slide
Stap 2: Bepaal de tijd waar de zin in staat
Slide 8 - Slide
In welke tijd staat de zin: I open the door
A
Past simple
B
present simple
Slide 9 - Quiz
De actieve en de passieve zin moeten in dezelfde tijd staan, in dit geval de present simple
Slide 10 - Slide
I open the door
Je hebt nu het onderwerp van de passieve zin bepaald:
THE DOOR
En de tijd waarin deze zin staat is: de present simple
De vorm van TO BE moet in dit geval in de present simple staan
Slide 11 - Slide
Welke vorm van to be heb je nodig voor de passive van I open the door? The door...
A
Is
B
Are
C
Am
Slide 12 - Quiz
De laatste stap: de vorm van to be wordt gevolgd door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm/het hoofdwerkwoord van de actieve zin, in dit geval wordt open: OPENED
Slide 13 - Slide
Active: I open the door
Passive: the door is opened by me
Slide 14 - Slide
De stappen
1. Bepaal het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp van de actieve zin
2. Bepaal de tijd van de actieve zin. De vorm van TO BE moet in deze tijd staan
3. Volg de vorm van to be door het voltooid deelwoord van de persoonsvorm van de ACTIEVE zin (ww + ed of 3e rijtje)
Slide 15 - Slide
Present simple: am/is/are + voltooid deelwoord
Active - I open the door
Passive: the door is opened by me
Active: I didn't open the door
Passive: the door isn't opened by me
Slide 16 - Slide
Past simple: was/were + voltooid deelwoord
Active: I opened the door
Passive: the door was opened by me
Active: I didn't open the door
Passive: the door wasn't opened by me
Slide 17 - Slide
Nu jullie! Maak de volgende zinnen PASSIEF
Pak de tweede device er maar weer bij
Slide 18 - Slide
John opened the door
Slide 19 - Open question
Billy kisses the girl
Slide 20 - Open question
Ms Visser doesn't like hamsters
Slide 21 - Open question
My brother and I never clean this room
Slide 22 - Open question
A German company developed this new car last year
Slide 23 - Open question
We gave our daughter a present
A
a present was given to our daughter by us
B
our daughter was given a present by us
C
Our daughter gave us a present
Slide 24 - Quiz
Sleep de woorden in de juiste volgorde om een goede passive zin te maken.
house
me
the
painted
by
was
countries
spoken
seven
Dutch
in
is
Slide 25 - Drag question
Conjunctions/voegwoorden
Je kunt voegwoorden gebruiken om twee dingen aan elkaar te plakken. Dat kunnen woorden, zinsdelen of hele zinnen zijn. Met een voegwoord geef je aan wat de relatie is tussen die twee dingen
Slide 26 - Slide
Voorbeelden:
He'd like to go outside, yetit is raining hard (echter: geeft een tegenstelling aan)
He will help me, ifI need help (als: geeft een voorwaarde aan)
Slide 27 - Slide
Hoe leer je dit voor de toets?
Leer de conjunctions (blz. 115) van Nederlands naar Engels en van Engels naar Nederlands
Zorg dat je weet wat een conjunction aangeeft, dus: opsomming, reden, gevolg, tegenstelling, keuze, tijd, voorwaarde
Slide 28 - Slide
John never studied for his final exam, .....he failed them all
A
so
B
whereas
C
despite
D
however
Slide 29 - Quiz
_____ the computer had recently been repaired, it still kept crashing.